In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
H4 - Beweging
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Opdracht
Bekijk de dia's, beantwoord de vragen als deze gesteld worden en kijk naar het filmpje. Voer de test uit aan het einde. Je hebt 40 minuten voor deze opdracht.
Slide 4 - Tekstslide
Vastleggen van snelle bewegingen
Fotograferen
Filmen
Stroboscopische foto
Tijdtikker
Slide 5 - Tekstslide
Fotograferen
Slide 6 - Tekstslide
Filmen
Slide 7 - Tekstslide
Stroboscopische foto
Slide 8 - Tekstslide
Stroboscopische foto
Verduisterde ruimte
Stroboscooplamp
Regelmatige tussenpozen een lichtflits
Momentopname
Alles op 1 foto
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Video / stroboscopische foto
Video:
30 beelden/s
T = 1 / 30 = 0,033 s
Stroboscopische lamp:
50 Hz
T = 1/50 = 0,02 s
Slide 11 - Tekstslide
Tabel en diagram maken
Slide 12 - Tekstslide
Afstand tijd tabel
Slide 13 - Tekstslide
Afstand tijd diagram
Slide 14 - Tekstslide
Gemiddelde snelheid
Vgem=st
Slide 15 - Tekstslide
Berekeningen
Stap 1: Formule
Stap 2: Berekening
Stap 3: Antwoord met eenheid
maak de volgende berekeningen netjes in je schrift ---->
Slide 16 - Tekstslide
Vraag 1
Een atlete loopt de 100 meter in 10,8 seconde.
Bereken haar gemiddelde snelheid.
Slide 17 - Tekstslide
Vraag 2
Johan fietst met een (gemiddelde) snelheid van 5,5 m/s.
Hoeveel km/h is dat?
Slide 18 - Tekstslide
Vraag 3
Tom rijdt een flinke afstand op zijn racefiets. Na drieëenhalf uur fietsen is zijn gemiddelde snelheid 28 km/h is.
Welke afstand heeft Tom in die tijd afgelegd?
Slide 19 - Tekstslide
antwoorden
geef jouw eindantwoord met eenheid
van de vragen 1, 2 en 3 in 1 bericht op de volgende dia
Slide 20 - Tekstslide
de antwoorden van 1,2 en 3
Slide 21 - Woordweb
Versneldebeweging: afstand tussen de momenten wordt steeds groter.
Slide 22 - Tekstslide
Eenparige beweging: afstand tussen de momenten is overal gelijk.
Slide 23 - Tekstslide
Vertraagde beweging
Slide 24 - Tekstslide
opdracht
Je krijgt 4 grafieken te zien.
Wat voor soort bewegingen zijn A,B,C,D?
Geef jouw antwoord op de dia daarna.
Slide 25 - Tekstslide
Welke soort beweging en hoe kun je dat aan de grafiek zien? Kies uit versneld, vertraagd, eenparig.
Slide 26 - Tekstslide
grafieken A,B,C,D zijn...
Slide 27 - Woordweb
Slide 28 - Video
Eenparige: a = 0
Slide 29 - Tekstslide
Versneld: a = positief
Slide 30 - Tekstslide
Vertraagd: a = negatief
Slide 31 - Tekstslide
Stop afstand
Slide 32 - Tekstslide
Stop afstand
Slide 33 - Tekstslide
Reactie afstand
Afhankelijk van de bestuurder. Reactie tijd: 0,7-1,0 • niet opletten • Vermoeidheid • Alcohol • Drugs • Medicijnen
Slide 34 - Tekstslide
Remweg
Slide 35 - Tekstslide
Slide 36 - Tekstslide
Uitdaging
Op de volgende dia vind je een link.
Open deze link en ik daag je uit om mij te verslaan.
Probeer dit 10 keer en geef je beste tijd door op de dia daarna.