2.3 Ga je sparen of beleggen

2.3 Ga je sparen of beleggen?
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

2.3 Ga je sparen of beleggen?

Slide 1 - Tekstslide

Planning
- Terugblik 2.2
- Start met 2.3 
- Aan de slag! 
-  Terugblik en afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Wat gebeurt er met het aanbod van geld bij banken als de rente stijgt?

Slide 3 - Open vraag

Wat gaan we leren? 
- Spaarmotieven 

-  Rente berekenen

Slide 4 - Tekstslide

Wat is sparen? Waarvoor sparen jullie?

Slide 5 - Woordweb

Marit is begonnen met sparen voor een nieuwe wasmachine, omdat ze denkt dat deze binnenkort kapot gaat.

Welk spaarmotief is hier te herkennen?
A
Sparen voor een doel.
B
Sparen uit voorzorg.
C
Sparen voor de rente.

Slide 6 - Quizvraag

Hoe bereken je rente
A
Bedrag X100 :rentepercentage
B
Bedrag:100 xrentepercentage

Slide 7 - Quizvraag

Bereken de rente.
6% van 2500 =
A
200
B
25
C
150
D
125

Slide 8 - Quizvraag

Bereken de rente na 1 jaar sparen:
€1000 op de rekening tegen 2% rente
A
€50,00
B
€60,00
C
€30,00
D
€20,00

Slide 9 - Quizvraag

Van welke factor(en) is de hoogte van de te ontvangen rente afhankelijk op je spaarrekening?
A
Hoogte van je spaartegoed
B
Tijd die je het spaartegoed op de rekening laat staan
C
Hoogte van het rentepercentage
D
Antwoord A, B en C zijn allemaal goed

Slide 10 - Quizvraag

Rente
- Spaargeld op spaarrekening
- Vergoeding
- Spaardeposito
- Spaargeld met vaste rente 

Slide 11 - Tekstslide

Rente
 De rente op je spaarrekening is afhankelijk van:
  • de hoogte van het rentepercentage
  • de hoogte van het spaarbedrag
  • de periode dat het geld op je spaarrekening staat
Het rentepercentage wordt berekend per jaar.
Op een spaardeposito zet je jouw geld langere tijd tegen een vaste rente vast.



Slide 12 - Tekstslide

Berekenen rente
Je krijgt ieder jaar alleen rente over het spaarbedrag.
Dit bedrag wordt gestort op je bankrekening.

rente =
 (rentepercentage : 100) x spaarbedrag x jaren 
Je zet €9000 op een spaarrekening. De looptijd is een jaar, de rente is 5.6 %. Hoeveel rente ontvang je na een jaar?

Slide 13 - Tekstslide

Je zet €6.000 op een spaarrekening. De looptijd is een jaar, de rente is 3 %. Hoeveel rente ontvang je na een jaar?

Slide 14 - Open vraag

Aan de slag
Maak opdracht 1t/m 5
Zelfstandig in stilte
5 minuten hiervoor de tijd
timer
5:00

Slide 15 - Tekstslide

Meer uit je spaargeld halen?
Beleggen -> je koopt iets waarvan de waarde gaat stijgen
Verdient -> rendement

aandelen -> deel mede-eigenaar -> dividend
obligaties -> geld uitlenen aan bedrijven of de overheid (rente)
cryptomunten -> waarde kan snel stijgen en dalen (winst)

Slide 16 - Tekstslide

Overzicht
Opbrengst aandelen:
Dividend, koersstijging (waardestijging) van een deel
Rendement obligaties:
Rente
Rendement
Opbrengst (= winst)
Rendement spaarrekening:
Rente

Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag! 
Maak opdracht 1 T/M 10 van paragaaf 2.3! Blz 50 t/m 53
Zelfstandig in stilte voor jezelf
Huiswerk controle over 15 minuten

timer
15:00

Slide 18 - Tekstslide