In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 40 min
Onderdelen in deze les
4.2 Regionale verschillen
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Open vraag
Slide 3 - Open vraag
Wat is reikwijdte?
Slide 4 - Open vraag
Wat is drempelwaarde?
Slide 5 - Open vraag
Slide 6 - Open vraag
Slide 7 - Open vraag
Slide 8 - Open vraag
Waarom is er in landelijke gebieden meer vergrijzing?
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Open vraag
4.3 Wat is verstedelijking?
Slide 11 - Open vraag
Urbanisatie
Re-urbanisatie
Suburbanisatie
Opnieuw toename inwoners stad na jarenlange afname
Toename inwoners stad
Mensen trekken weg uit de stad richting rustige omgeving
Slide 12 - Sleepvraag
4.3 Verstedelijking Nederland
Urbanisatie/verstedelijking: uitbreiden van steden (1870-1960)
Suburbanisatie: Mensen gaan weg uit de stad --> richting landelijke gebieden (1960-1980)
Re-urbanisatie: Toename inwoners stad na een langere afname. >1980
Slide 13 - Tekstslide
Urbanisatie in Nederland
1870-1960: Urbanisatie: er is weinig werk op het platteland maar wel in de steden (fabrieken).
1960-1980: Surbanisatie: gezinnen wilden meer rust en ruimte en trokken weer terug naar het platteland. Ze bleven wel in de steden werken (mobiliteit)> gevolg veel file
Tegenwoordig: verhuizen vooral jonge mensen weer naar de grote steden. Stadsvernieuwing.
Slide 14 - Tekstslide
De gevolgen
> Weilanden werden woonwijken --> Het platteland verstedelijkte
> Agglomeraties (steden en dorpen groeien aan elkaar vast)