Spelling les 4: H3 de schrijfwijze van getallen

Spelling les 4: H3 de schrijfwijze van getallen
Volg het stappenplan, dan maken we er een goede les van.
Stap 1: Doe de telefoon in de telefoontas.
Stap 2: Pak je schrift, boek en je Chromebook. Pak je boek op blz. 
Stap 3: Log in in LessonUp met je eigen naam.
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Spelling les 4: H3 de schrijfwijze van getallen
Volg het stappenplan, dan maken we er een goede les van.
Stap 1: Doe de telefoon in de telefoontas.
Stap 2: Pak je schrift, boek en je Chromebook. Pak je boek op blz. 
Stap 3: Log in in LessonUp met je eigen naam.

Slide 1 - Tekstslide

Kijk naar de foto op blz. 102. Wat valt je op aan de nota?

Slide 2 - Open vraag

Wat ga je doen?
Leerdoel: Je kunt uitleggen wanneer je getallen wel in letters schrijft en wanneer niet.
Hoe bereik je dit doel?
  • Lezen
  • Check huiswerk
  • Wanneer schrijf je getallen voluit en wanneer niet?
  • Filmpje
  • Huiswerk: Opdracht 1, 2, 3, 4, 6 en 7.
  • Controleren leerdoel

Slide 3 - Tekstslide

Lezen
timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Check huiswerk
1. Financiële
2. Geürineerd
3. Glooiing
4. Koloniën
5. Max vastgoedbedrijf
6. Buiig
7. Cynthia's tassen
8. Etuis
9. Financiën

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 2 en 3
C= crèpepapier = crêpepapier
E= kantekeningen = kanttekeningen
J= emphatie = empathie
L= intervieuw= interview
M= satteliet = satelliet
N=  caissiëre = caissière
O= penicillin = penicilline
P= ponies = pony's




Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 4
1. sommige
2. beide
3. gewonden
4. lekkerste
5. meeste
6. oudsten
7. tientallen

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 5
1. enkelen
2. honderden
3. tienduizenden
4. enkele


Slide 8 - Tekstslide

Wanneer schrijf je getallen voluit?

Slide 9 - Woordweb

Wanner schrijf je getallen voluit?
  • Bij de getallen tot en met twintig.
  • Bij de tientallen tot honderd (dertig, zeventig)
  • De honderdtallen tot duizend (tweehonderd, achthonderd)
  • De duizendtallen tot een tienduizend (tweeduizend, zevenduizend).
  • De getallen honderdduizend, miljoen, miljard en biljoen (let op: drie miljoen, negenhonderdduizend).
  • Rangtelwoorden van de hierboven genoemde getallen: elfde, vier miljoenste, tweehonderdduizendste etc.

Slide 10 - Tekstslide

Wanner doe je de cijfers?
  • Voor getallen boven de twintig: 88 miljoen, de 34e editie, 42 aanwezigen etc.
  • Voor maten, gewichten, data, exacte tijdstippen e.d.: 7 meter, 49 kilo, 30 april 1965, om 19.00 uur. (zeven uur is hoe lang iets duurt) 44%, 10 graden Celcius.
  • Breuken schrijf je los: twee zesde, maar wel drieënhalf.

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag
Maken: Opdracht één, twee, drie, vier, zes en zeven online via Planning in Nieuw Nederlands.
Hoe: Je werkt fluisterend aan de opdrachten.
Waarom: Je leert getallen voluit te schrijven.
Klaar? Lezen

Slide 12 - Tekstslide