Havo 3 Spelling gewone woorden les 3 - de schrijfwijze van getallen

Havo 3 Spelling gewone woorden les 3 - de schrijfwijze van getallen
Volg het stappenplan, dan maken we er een goede les van.
Stap 1: Doe de telefoon in de telefoontas.
Stap 2: Pak je schrift, boek en je Chromebook. Pak je boek op blz.
Stap 3: Log in in LessonUp met je eigen naam.
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Havo 3 Spelling gewone woorden les 3 - de schrijfwijze van getallen
Volg het stappenplan, dan maken we er een goede les van.
Stap 1: Doe de telefoon in de telefoontas.
Stap 2: Pak je schrift, boek en je Chromebook. Pak je boek op blz.
Stap 3: Log in in LessonUp met je eigen naam.

Slide 1 - Tekstslide

Kijk naar de foto op blz. 102. Wat valt je op aan de nota?

Slide 2 - Open vraag

Wat ga je doen?
Leerdoel: Je kunt uitleggen wanneer je getallen wel in letters schrijft en wanneer niet.
Hoe bereik je dit doel?
Lezen
Dictee
Check huiswerk
Wanneer schrijf je getallen voluit en wanneer niet?
Huiswerk: Opdracht 1, 2, 3, 4, 6 en 7.

Slide 3 - Tekstslide

Lezen
timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Dictee
Elke les krijg je een dictee van zes woorden.
Deze woorden kunnen ook op de toets worden gevraagd tijdens het dictee.
Noteer de juiste spelling van het woord

Slide 5 - Tekstslide

1. voogdij
2. futuristisch
3.satelliet
4. ruïneren
5. synoniem
6. ethiek

Slide 6 - Tekstslide

Wanneer schrijf je getallen volluit?

Slide 7 - Open vraag

Wanneer schrijf je getallen voluit (in letters)?
  • Bij de getallen tot en met twintig.
  • Bij de tientallen tot honderd (dertig, zeventig)
  • De honderdtallen tot duizend (tweehonderd, achthonderd)
  • De duizendtallen tot een tienduizend (tweeduizend, zevenduizend).
  • De getallen honderdduizend, miljoen, miljard en biljoen (let op: drie miljoen, negenhonderdduizend).
  • Rangtelwoorden van de hierboven genoemde getallen: elfde, vier miljoenste, tweehonderdduizendste etc.

Slide 8 - Tekstslide

Wanneer doe je cijfers?
  • Voor getallen boven de twintig: 88 miljoen, de 34e editie, 42 aanwezigen etc.
  • Voor maten, gewichten, data, exacte tijdstippen e.d.: 7 meter, 49 kilo, 30 april 1965, om 19.00 uur. (zeven uur is hoe lang iets duurt) 44%, 10 graden Celcius.
  • Breuken schrijf je los: twee zesde, maar wel drieënhalf.

Slide 9 - Tekstslide

Huiswerk
Maken: Opdracht 1, 2, 3, 4, 6 en 7. vanaf blz. 104 
Hoe: Je werkt fluisterend aan de opdrachten.
Waarom: Je leert getallen voluit te schrijven.
Klaar? Lezen

Slide 10 - Tekstslide