K3 H2 Oefenopgaven 2.1 en 2.2

Klas 3

Hoofdstuk 2 Wat voor consument ben jij?

Oefenopgaven 2.1 en 2.2

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Middelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Klas 3

Hoofdstuk 2 Wat voor consument ben jij?

Oefenopgaven 2.1 en 2.2

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Programma
  • korte na bespreking 2.4
  • nakijken 2.4
  • zelfstandig werken maken oefenopgaven 2.1 en 2.2
  • afsluiting


Slide 3 - Tekstslide

Wat weet ik nog van vorige les
2.4 Consumeren of consuminderen?

Slide 4 - Open vraag

Waar wil ik nog uitleg over van vorige les
2.4 Consumeren of consuminderen?

Slide 5 - Open vraag

Lesdoelen 2.1
- Weet ik waar ik betrouwbare info over producten vind.
- Kan ik prijzen  vergelijken.
- Kan ik prijzen  omrekenen.
-  Weet ik de betekenis van enkele keurmerken

Slide 6 - Tekstslide

Lesdoelen 2.2
- Weet ik wat mijn rechten als consument zijn.
- Weet ik waarom ik rechten als consument heb.
- Weet ik waar ik mijn rechten als consument kan halen.

Slide 7 - Tekstslide

Zelf aan het werk
Maken oefenopgaven:
  • Paragraaf 2.1
  • Paragraaf 2.2
Weet je iets niet lees je de paragraaf 2.1 of 2.2 terug
Ben je klaar kan je alvast verder gaan met 2.3 en 2.4 of je mag een ander vak gaan doen.
Je mag met oordoppen werken
We werken eerst 10 minuten in stilte daarna mag je overleggen..

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Is een keurmerk altijd betrouwbaar?
A
ja
B
nee

Slide 10 - Quizvraag

Wie geeft de beste 'koop' informatie over een iPad?
A
de docent
B
een vriend
C
de consumentenbond
D
apple store

Slide 11 - Quizvraag

Welke hoort NIET tot de consumentenorganisaties?
A
ANWB
B
Vereniging Eigen Huis
C
IKEA
D
Goede Waar & Co

Slide 12 - Quizvraag

Wat betekent: A.C.M.?
A
Autoriteit Consument & Markt
B
Autoriteit Consument & Media
C
Autoriteit Commercie & Markt
D
Algemene Consumenten & Markt

Slide 13 - Quizvraag

Welke term hoort bij:
De macht/kracht van de consument op wat de producent verkoopt.
A
Consumenten kracht
B
Kopers macht
C
Consumer Power
D
Danoontje Power

Slide 14 - Quizvraag

Welke wet is van toepassing als je iets via internet koopt?

A
Warenwet
B
Wet koop op afstand
C
Wet product aansprakelijkheid
D
Colportagewet

Slide 15 - Quizvraag

Wat betekent: N.V.W.A.?
A
Nederlandse Verkeer, Water en Autodienst
B
Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit
C
Nationale Voedsel en Warenautoriteit
D
Nationale Verkeer, Water en Autodienst

Slide 16 - Quizvraag

Welke wet gaat over verkoop aan de deur?
A
Colportagewet
B
Wet koop op afstand
C
Wet product-aansprakelijkheid
D
Koop aan de deur wet

Slide 17 - Quizvraag

Welke wet is van toepassing als je iets via internet koopt?

A
Warenwet
B
Wet koop op afstand
C
Wet product aansprakelijkheid
D
Colportagewet

Slide 18 - Quizvraag