Herhalen transport

Herhaling Transport


Wil je herhaling? Kom vooraan zitten?
Wil je zelf aan de slag? Kom een examen halen
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 4

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Herhaling Transport


Wil je herhaling? Kom vooraan zitten?
Wil je zelf aan de slag? Kom een examen halen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van de les kan ik...
  • De onderdelen van bloed opnoemen
  • De dubbele bloedomloop uitleggen
  • De onderdelen van het hart benoemen

Slide 2 - Tekstslide

Waaruit bestaat bloed?

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Tekstslide

Waar wordt bloedcellen gevormd?
A
Witte beenmerg
B
Gele beenmerg
C
Rode beenmerg
D
Lever

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Wat kan bloed allemaal vervoeren?
A
Koolstofdioxide
B
Vitamine en mineralen
C
Zuurstof
D
Al het bovenstaande

Slide 7 - Quizvraag

 Dubbele bloedsomloop

Wat moet je doen?
Pak een blaadje en teken daarop de dubbele bloedsomloop
Schrijf zoveel mogelijk onderdelen er bij

Loop je vast?
Google
10 min.

Slide 8 - Tekstslide

Antwoord:

Slide 9 - Tekstslide

Kleine bloedsomloop
Lichaam
Grote bloedsomloop
Hart
Longen

Slide 10 - Sleepvraag

Er bestaan dieren met een enkele bloedsomloop
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Het hart

Slide 12 - Tekstslide

Bovenste holle ader
Onderste holle ader
Kransslagader
Kransader
Aorta
Longslagader
Longader
Linkerkamer
Rechterkamer
Halve-maanvormige-kleppen

Slide 13 - Sleepvraag

Bovenste holle ader
Onderste holle ader
Aorta
Longslagader
Longader
Linkerkamer
Rechterkamer
Halve-maanvormige-kleppen
Linkerboezem
Rechter-boezem
Hartklep
Tussenwand

Slide 14 - Sleepvraag

Als de kamers samentrekken gaat het bloed naar...
A
De longader en aorta
B
De longslagader en de aorta
C
De longslagader en longader
D
De aorta en onderste holle ader

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Wat voor een nut hebben de hartkleppen en halvemaanvormige kleppen?

Slide 17 - Open vraag

Bloedvaten

Slide 18 - Tekstslide

Wat weet je over?
Slagaders

Slide 19 - Woordweb

Vragen
  1. In welk bloedvat de bloeddruk het hoogst?
  2. In welk bloedvat de bloeddruk het laagst?
  3. Door welk bloedvat kan gas wisselen en kunnen witte bloedcellen?
  4. Welk bloedvat bevat kleppen?

Slide 20 - Tekstslide

Een slagader heeft als kenmerk dat hij elastisch is. Wat zal er gebeuren als hij niet meer elastisch is?
A
Hij kan gaan scheuren
B
Hij zal een omleiding maken
C
Er zal niks gebeuren

Slide 21 - Quizvraag

Welk bloedvat heeft de laagste bloeddruk?
A
Slagader
B
Ader
C
Haarvat
D
Ze hebben allemaal dezelfde druk

Slide 22 - Quizvraag

Bloedvatenstelsel

Slide 23 - Tekstslide

Een bloedvat wat naar het hart toe gaat is altijd een?

Slide 24 - Open vraag

Bij weefsels liggen haarvaten
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quizvraag

Hoe heet deel 1?

Slide 26 - Tekstslide

Hoe heet deel 1

Slide 27 - Open vraag

Hoe heet deel 5?

Slide 28 - Tekstslide

Hoe heet deel 5

Slide 29 - Open vraag

Hoe heet deel 9?

Slide 30 - Tekstslide

Hoe heet deel 9

Slide 31 - Open vraag

Hoe heet deel 20?

Slide 32 - Tekstslide

Hoe heet deel 20

Slide 33 - Open vraag

Welk bloedvat heeft de meeste wisselingen qua voedingsstoffen?
A
Kransslagader
B
Darmslagader
C
Poortader
D
Onderste holle ader

Slide 34 - Quizvraag

Hart- en vaatziekten

Slide 35 - Tekstslide

Als er een te hoge druk in je slagader is dan noem je dit?

Slide 36 - Open vraag

Hiernaast zie je het hart, waar zit de vernauwing?
A
Aorta
B
Linkerkamer
C
Kransslagader
D
Kransader

Slide 37 - Quizvraag

Wat kan je krijgen door een vernauwing in een kransslagader?

Slide 38 - Open vraag

Bij een hartritmestoornis klopt het hart niet constant. Wat voor een gevolg kan dit hebben?

Slide 39 - Open vraag

Hoe kan je hart- en vaatziekten voorkomen?
Voorkomen

Slide 40 - Woordweb

Weefselvloeistof en lymfe

Slide 41 - Tekstslide

Weefselvloeistof, lymfe en bloedplasma is eigenlijk hetzelfde
A
Waar
B
Niet waar

Slide 42 - Quizvraag

Rode bloedcellen kunnen door haarvaten heen het weefsel in
A
Waar
B
Niet waar

Slide 43 - Quizvraag

Witte bloedcellen kunnen door haarvaten heen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 44 - Quizvraag

Hoe heeft de vloeistof die in de lymfevaten zit?

Slide 45 - Open vraag

Lymfeknopen zuiveren het bloed en witte bloedcellen worden 'getraind'
A
Waar
B
Niet waar

Slide 46 - Quizvraag

Waarmee wil jij nu bezig gaan?
Oud eindexamen oefenen
Test jezelf maken van thema Transport
Samenvatting schrijven thema Transport

Slide 47 - Poll