L'adverbe / Het bijwoord

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Le but: Aan het einde van deze les, ken je het verschil tussen het bijvoeglijk naamwoord en het bijwoord

en weet je hoe je een bijwoord vormt in het Frans.

Aujourd'hui:

- Uitleg over het bijvoeglijk nw en bijwoord.

Ensuite:

De oefen

Het bijvoeglijk naamwoord

- Wat is het bijvoeglijk naamwoord?

- Wat is de regel?

- Welke bijzondere gevallen zijn er?
- Wat is de plaats van het bijvoeglijk naamwoord?

Een bijvoeglijk naamwoord
zegt iets over...

Het bijvoeglijk naamwoord

- Wat is de regel?

- Wat is de plaats van het bijvoeglijk naamwoord?

(interessant = intéressant)
C'est un .............. film ...............

1. un film intéressant
2. un intéressant film
3. un film intéressante
4. un intéressante film

(sportief = sportif)
Ce sont des ...............garçons ...............

1. des garçons sportif
2. des sportifs garçons
3. des garçons sportifs
4. de garçons sportives

Het bijvoeglijk naamwoord

- Wat is de regel?

- Welke bijzondere gevallen zijn er?

- Wat is de plaats van het bijvoeglijk naamwoord?

Altijd achter het zelf.nw behalve de woorden die in dit lied voorkomen.

Wat is het verschil?
Il skie bien.
C'est un bon skieur.

Tekst

een bijwoord zegt iets van: 

 

1. een bijvoeglijk naamwoord

2. een werkwoord

3. een ander bijwoord

4. een hele zin

In het Nederlands is er geen aparte vorm voor het bijwoord:

Dat is een goed boek. --> bijvoeglijk naamwoord

Hij zingt goed. --> bijwoord

Het bijwoord

Onregelmatige vormen

Onderstaande bijvoeglijk naamwoorden hebben een onregelmatige vorm voor het bijwoord:

Bijv.Nw                - Bijwoord                                  - Vertaling bijwoord

bon                           bien                                                goed, lekker

meilleur                  mieux                                             beter, lekkerder

mauvais                  mal                                                  slecht

long                          longtemps/longuement        lang

rapide                      vite/ rapidement                        snel

Wat is het bijwoord van "sportif"

1. sportifment
2. sportifement
3. sportivement
4. sportivment

Goed of fout?
Il parle poliment

1. Goed
2. Fout

Goed of fout?
Je parle bon français

1. Goed
2. Fout

Goed of fout?
Il roule lentment

1. Goed
2. Fout

Goed of fout?
C'est un bon chanteur.

1. Goed
2. Fout

Goed of fout?
il joue mal.

1. Goed
2. Fout

Welk woord is géén bijwoord?

1. rapidement
2. bien
3. gratuit
4. longtemps

Maak van "doux" een bijwoord.

1. douce
2. douxment
3. doucement
4. douxement

Wat is het bijwoord van bon?

1. bien
2. bonnement
3. bonment
4. bienment

Si tu travailles ………………….., tu vas avoir une bonne note. ​

1. mieux
2. meilleur
3. bon
4. bonne

Questions?

Les devoirs:

Ex. 11A, B en C p. 40!