Oefenen: tarea 3 en 4 (10-3)

Reageer op de volgende vragen over: 

"Ik ken dagen van de week"
Tip: Klik op de sterren als je een woord niet begrijpt.
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Reageer op de volgende vragen over: 

"Ik ken dagen van de week"
Tip: Klik op de sterren als je een woord niet begrijpt.

Slide 1 - Tekstslide

¿Qué significa "el lunes"?
A
dinsdag
B
woensdag
C
vrijdag
D
maandag

Slide 2 - Quizvraag

¿Qué significa "los sábados"?
A
elke zaterdag
B
vrijdag
C
zaterdag
D
elke zondag

Slide 3 - Quizvraag

¿Qué significa "el fin de semana"?
A
het weekend
B
de week
C
vrijdag en zaterdag
D
in de weekenden

Slide 4 - Quizvraag

Contesta:
Hoy es domingo. ¿Qué día es mañana?

mañana = ochtend / morgen

Slide 5 - Open vraag

Contesta:
Mañana es sábado. ¿Qué día es hoy?
mañana = ochtend / morgen

Slide 6 - Open vraag

Contesta:
Ayer fue lunes. ¿Qué día es hoy?
ayer = gisteren

Slide 7 - Open vraag

Contesta:
Ayer fue miércoles. ¿Qué día es hoy?
ayer = gisteren

Slide 8 - Open vraag

Contesta:
Hoy es martes. ¿Qué día es mañana?
mañana = ochtend/ morgen

Slide 9 - Open vraag

Contesta:
Ayer fue lunes. ¿Qué día fue anteayer?
ayer = gisteren
anteayer = eergisteren

Slide 10 - Open vraag

maandag
¿Qué día te despiertas temprano?
¿Qué día estudias español?
¿Qué día desayunas a las siete de la mañana?
¿Qué día vuelves a casa muy tarde
¿Qué día te lavas los dientes muy rápido?
dinsdag
woensdag
donderdag
vrijdag
Sleep de dagen in het Spaans naar de juiste zinnen.
el jueves
el martes
el lunes
el miércoles
el viernes

Slide 11 - Sleepvraag

Beantwoord de volgende vragen over: 

"Ik kan vertellen hoe een gewone dag of mijn weekend eruit ziet."
Tip: Klik op de sterren voor extra uitleg.

Slide 12 - Tekstslide

Vertaal naar het Spaans:
"Op maandag word ik wakker om 9 uur in de ochtend."

Schrijf de getallen voluit.

Slide 13 - Open vraag

Vertaal naar het Spaans:
"Op dinsdag ontbijt ik kwart over 7 in de ochtend."

Schrijf de getallen voluit.

Slide 14 - Open vraag

Vertaal naar het Spaans:
"Op woensdag ga ik naar school om half 9 in de ochtend"

Schrijf de getallen voluit.

Slide 15 - Open vraag

Vertaal naar het Spaans:
"Op donderdag maak ik huiswerk om 15:20 in de middag."

Schrijf de getallen voluit.

Slide 16 - Open vraag


Vertaal naar het Spaans:
"Op vrijdag spreek ik af met vrienden om 20:35 in de avond."

Schrijf de getallen voluit.

Slide 17 - Open vraag

Reageer in het Spaans op de vraag:
¿Qué haces los sábados?

Benoem activiteit, tijdstip en dagdeel naar keuze.

Slide 18 - Open vraag

Reageer in het Spaans op de vraag:
¿Qué haces los domingos?

Benoem activiteit, tijdstip en dagdeel naar keuze.

Slide 19 - Open vraag

Reageer op de volgende vragen over: 

"Ik kan een afspraak maken om iets te gaan doen in mijn vrije tijd."

Slide 20 - Tekstslide

Sleep de Spaanse naar de Nederlandse woorden.
bowlen
internetten
winkelen
naar een concert gaan
zwemmen
zonnen
tapas eten
een drankje drinken
een expositie bekijken
tv kijken
een film kijken
voetballen
spelen met de playstation
tomar un refresco
ver la televisión
ir a un concierto
tomar el sol
ver una exposición
tomar unas tapas
jugar a los bolos
nadar
navegar por internet
ver una película
jugar al fútbol
ir de comprar
jugar a la Playstation

Slide 21 - Sleepvraag

Vertaal naar het Spaans:
"Wat vind je ervan als wij gaan bowlen?

Slide 22 - Open vraag

Vertaal naar het Spaans:
"Waarom spreken we zaterdag niet af?

Slide 23 - Open vraag

Vertaal naar het Spaans:
"Wat wil je dit weekend doen?

Slide 24 - Open vraag

Reageer in het Spaans op de vraag:
"¿Vienes conmigo a ver una película?

Geef hier een antwoord naar keuze.

Slide 25 - Open vraag

Reageer in het Spaans op de vraag:
"¿Por qué no quedamos el lunes por la tarde?

Geef hier een antwoord naar keuze.

Slide 26 - Open vraag

Reageer in het Spaans op de vraag:
"¿A qué hora quedamos?

Kies hier zelf een tijdstip.

Slide 27 - Open vraag

Reageer in het Spaans op de vraag:
"¿Dónde quedamos?

Slide 28 - Open vraag

Je hebt een afspraak gemaakt, maar je komt erachter dat je toch niet kunt. Stel in het Spaans een andere dag én een ander tijdstip voor.

Slide 29 - Open vraag

Maak de reflectieopdracht op de volgende pagina in je schrift. 

Slide 30 - Tekstslide

Bekijk dit schema en vul in wat je nog zou kunnen doen.

Slide 31 - Tekstslide