3.2 De bloedsomloop

• Biologie / Verzorging
• Middelbare school
• vmbo k, t
• Leerjaar 2

	Vak: Biologie Hoofdstuk: 3.2
1.	Lesopening
2.	Lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen
3.	Mini-check
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

Pak je werkboek van biologie maar laat deze nog even dicht op tafel liggen. 

Huiswerk controle 

3.1 opdracht 1 t/m 8

2. Lesdoel

Aan het eind van deze les:

- kun je de drie typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies

- Kun je in het bloedvatenstelsel van de mens slagaders en anders benoemen

- Kun je de kleine en grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies

Leergebiedoverstijgende doelen: 

Zelfstandig leren

- Je laat doorzettingsvermogen zien bij werk dat je moeilijk vindt, niet leuk vindt of wanneer je afgeleid bent/raakt. 

- Je kijkt het gemaakte werk na, verbetert waar nodig en benoemt welke onderdelen je nog moeilijk vindt. 

3. Arrangementen en mini-check

Verdiept arrangement: niemand

Iedereen doet mee met de mini-check

Hoort het hart bij het bloedvatenstelsel?

1. ja
2. nee

Is dit bloedvat een ader, haarvat of slagader?

1. Slagader
2. Haarvat
3. Ader

De kleine bloedsomloop gaat naar…

1. Alle organen in het lichaam
2. De longen

Sleep de woorden naar de juiste plek

kleine bloedsomloop

rechterkamer

zuurstofarm

grote bloedsomloop

linkerkamer

rechterboezem

linkerboezem

zuurstofrijk

Wie maakt wat?

Had je alle vragen van de mini-check goed? Dan ga je zelfstandig aan de slag met opdracht 1 t/m 8 op blz. 166 t/m 174. Lees de theorie goed door! 

De rest doet mee met de instructie.

Bloedvatenstelsel

Het bloedvatenstelsel bestaat uit:

- Hart 

- Bloedvaten

Het bloedvatenstelsel vervoert voedingsstoffen en zuurstof naar alle delen van je lichaam.

De bloedsomloop

De mens heeft een dubbele bloedsomloop: dat wil zeggen dat het bloed per omloop twee keer door het hart stroomt.

Daarnaast is er een grote en een kleine bloedsomloop.

Bloed stroomt

De bloedsomloop in je lichaam bestaat uit:

1: kleine bloedsomloop: 

bloed neemt zuurstof op uit de longen.

hart → longen → hart 

2: grote bloedsomloop:

bloed geeft zuurstof af aan de organen.

hart → overige organen → hart 

zuurstofrijk bloed

zuurstofarm bloed.

Soorten bloedvaten

Slagaders voeren bloed vanaf het hart naar de organen. 

- Ze hebben dikke wanden; 

- Ze kloppen mee met de hartslag.

Haarvaten zitten in de organen. 

- Hier vindt het opnemen en afgeven van stoffen plaats.

Aders voeren bloed vanaf de organen terug naar het hart. 

- Ze hebben een dunne wand; 

- Ze hebben kleppen.

5. Begeleid inoefenen

Vind je het nog lastig of had je alle vragen van de mini-check fout? Dan maken we samen opdracht 1.

De rest gaat zelfstandig aan de slag met opdracht 1 t/m 8 op blz. 166 t/m 174

6. Zelfstandig werken

Je maakt zelfstandig paragraaf 3.2 opdracht 1 t/m 8 op blz. 166 t/m 174

Ben je klaar?

Dan kijk je de opdrachten na.

Daarna maak je de plusopdracht en de samenhang of je gaat

lezen in je boek voor het boekverslag. 

7. Evaluatie

Hoe ging de les?

Zijn er nog dingen waar je moeite mee had?

Evaluatie lesdoelen: 

- kun je de drie typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies?

- Kun je in het bloedvatenstelsel van de mens slagaders en anders benoemen?

- Kun je de kleine en grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies?

                  

Huiswerk & Toetsen

Huiswerk: 

Dinsdag 20 december

3.2 opdracht 1 t/m 8

Toetsen: 

Donderdag 22 december

SO 3.1 t/m 3.3