16 consumptief krediet aanvrproces 2 oa balans

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
Wft BasisMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Wat is dat kredietwaardigheid?

timer
1:30

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Voor het bepalen van de kredietwaardigheid voor een consumptieve lening moet er sprake zijn van een bestendig inkomen.
Wat is dat: een bestendig inkomen?



Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Voor het bepalen van de kredietwaardigheid voor een consumptieve lening kijk je naar het
A
Bruto maandinkomen
B
Netto maandinkomen
C
Bruto jaarinkomen
D
Netto jaarinkomen

Slide 12 - Quizvraag

Vakantietoeslag wordt meegenomen bij het bepalen van de kredietwaardigheid.
A
Ja
B
nee
C
Ik weet het niet

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Schulden + vermogen
Bezittingen

Slide 19 - Tekstslide

De balans is
A
een overzicht van inkomsten en uitgaven
B
een overzicht van de financiële kringloop
C
een overzicht van bezittingen, schulden en vermogen
D
een overzicht van de financiële behoeften n.a.v. financiële kringloop

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Hoe hoog is het persoonlijk vermogen?

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Hoe hoog is het persoonlijk vermogen?

Slide 27 - Open vraag

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Vragen?

Slide 30 - Tekstslide