Activiteitendag vitaal burgerschap

Activiteitendag vitaal burgerschap

Hoe ziet de dag eruit? 

Drie blokken:

Informatie: van 8:00 tot 9:30 

Onderzoek doen: van 10:00 tot 12:00  

Verwerken en presenteren: van 12:30 tot 14:00 

Informatie: van 8:00 tot 9:30 

Onderzoek doen: van 10:00 tot 12:00  

Verwerken en presenteren: van 12:30 tot 14:00 

Fysieke gezondheid

Leerdoelen 

- Aan het einde van de dag heb je een goed inzicht op je eigen leefstijl.

- Aan het einde van de dag weet je hoe je deze levensstijl kan verbeteren.

- Aan het einde van de dag weet je ook waarom gezond leven belangrijk is voor jou.

Wat is vitaal burgerschap? 

- Fysieke gezondheid

- Mentale gezondheid
        - Mentale schijf van vijf  

Wat is een gezonde levensstijl? 

- Gebalanceerd eten 

- Genoeg bewegen 

- Genoeg slaap

  

Hoeveel slaap zijn jullie nodig?

1. 5 tot 6 uur
2. 7 tot 9 uur
3. 6 tot 7 uur
4. 8 tot 10 uur

Alcohol en roken onder de 18

- Verslaving 

- Ontwikkeling hersenen 

- Stress

Gezond eten 

- Waarom is gezond eten belangrijk? 

- Juiste balans gezond en ongezond 

- Wat maakt eten gezond 

Ongezond eten 

- Waarom slecht voor lichaam 

- Wat doet ongezond eten met je lichaam 

- Wat maakt eten ongezond

Wat vind jij ongezond eten?

Wat denk jij dat foodswaps zijn?

Foodswaps 

- Wat zijn foodswaps?

- Steeds populairder 

- Veel gepromoot op internet  

De schijf van vijf 

- Wat is de schijf van vijf? 

Jullie schijf van vijf 

Bewegen 

- Hoeveel moet je bewegen per dag? 

- Waarom is het belangrijk om genoeg te bewegen? 

Hoeveel beweeg jij per dag?

Gezonde woonomgeving

- Wat is een gezonde woonomgeving?

- Waarom is een gezonde woonomgeving belangrijk?

Korte werkvorm 

- Vier stelling 

- Bij elke stelling je mening op een post-it schrijven. 

De rest van het programma 

- Eerst onderzoek doen

- Resultaten verwerken in een PowerPoint 

- Wijken verdelen

Presenteren 

- 10 minuten de tijd 

- Zorg dat iedereen aan het woord komt  

Feedback geven aan elkaar 

- Feedback geven aan klasgenoten 

      - Wat deden ze goed?

      - Wat kan de volgende keer beter?