vragen_gedragseconomie_2e druk

vragen_gedragseconomie_2e druk
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

vragen_gedragseconomie_2e druk

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.17.1 Is de volgende uitspraak juist of onjuist?
Een homo economicus maakt veel systematische fouten.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1.17.2 Is de volgende uitspraak juist of onjuist?
Begrensde rationaliteit is een onderdeel van de onzichtbare hand van Adam Smith.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1.17.3 Is de volgende uitspraak juist of onjuist?
Begrensde rationaliteit gaat uit van systematische fouten.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1.17.4 Is de volgende uitspraak juist of onjuist?
Gedragseconomie maakt veelvuldig gebruik van psychologische invloeden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1.17.5 Is de volgende uitspraak juist of onjuist?
Met systematische fouten en kennisverwerkingsfouten wordt hetzelfde bedoeld.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1.17.6 Is de volgende uitspraak juist of onjuist?
Pareto was de eerste gedragseconoom.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1.18.1 Is de volgende uitspraak juist of onjuist?
Het ultimatumspel kent meer dan twee spelers.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1.18.2 Is de volgende uitspraak juist of onjuist?
"Een stijging van het BBP met 2%" is een voorbeeld van een absolute stijging.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1.18.3 Is de volgende uitspraak juist of onjuist?
"De vorige keer dat we bij die dealer een auto kochten was deze prima dus dat zal dit keer ook wel zo zijn" is een uitspraak die binnen de heuristiek past.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1.18.5 Is de volgende uitspraak juist of onjuist?
Nudges zijn gebaseerd op financiële prikkels.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1.18.6 Is de volgende uitspraak juist of onjuist?
Nudges worden ingezet om positieve gedragsveranderingen te bewerkstelligen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2.57 Onder ...I..... verstaan we dat mensen gemakkelijker geld besteden aan een dure melkopschuimer bij een koffieapparaat dan dat zij zoveel geld uitgeven aan dezelfde melkopschuimer als ze deze los aanschaffen.
....II .... bepaalt dat mensen nu liever een cappuccinomachine kopen dan een filterautomaat.
A
I Het anker II Relatieve opofferingskosten
B
I het woord gratis II Het anker
C
I Relatieve opofferingskosten II Het anker
D
I Relatieve opofferingskosten II De standaard

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

1

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

2.48 De ouders van Jari hebben verschillende rekeningen waaronder een betaalrekening, een spaarrekening en een spaarrekening voor hun zoon. Ze hebben alleen geen geld meer op hun betaalrekening en de wasmachine is kapot. De ouders van Jari besluiten een persoonlijk krediet af te sluiten om een nieuwe wasmachine te kopen. Hier is sprake van .....
A
Het ankereffect
B
Spijtaversie
C
Mentaal boekhouden
D
Het bezitseffect

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2.49 Ik kan een zak met 24 koekjes kopen voor €3,- of een zak met 48 koekjes voor €5,- Maar wacht daar verderop ligt een zak met 36 koekjes voor € 5,50. Dus de zak met 48 koekjes is echt een koopje. Hier is sprake van .....
A
Inkomensvergelijking
B
Mentaal boekhouden
C
De standaard
D
De lokvogel

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2.50 Het is ongeveer twee weken per jaar glad op de Nederlandse wegen. Zonder winterbanden heb je verhoogde kans op een ongeluk tijdens gladheid met als eventueel gevolg verlies van veiligheid en gezondheid. Hier is sprake van ......
A
Inkomensvergelijking
B
Mentaal boekhouden
C
De standaard
D
De lokvogel

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2.51 Carla krijgt de volgende keuzes voorgelegd:
1. Zij kan een weddenschap aangaan, waarbij ze €100 kan ontvangen of niets, beide kans van 50%.
2. Zij kan ook zeker een bedrag van €30,- ontvangen.
Als Carla de voorkeur geeft aan een betaling van € 30,- is er sprake van ....
A
Risico aversie
B
Het ultimatumspel
C
Mentaal boekhouden
D
Het bezitseffect

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2.52 We hebben een emotionele band met ons huis, we hebben er jaren gewoond, we hebben er onze kinderen in op zien groeien, kortom we zijn aan het huis en de herinneringen gehecht. We vragen meer voor ons huis dan anderen bereidt zijn ervoor te betalen. Resultaat: de markt stagneert, we zijn onredelijk in onze eisen als het gaat over de vraagprijs. Deze tekst is een illustratie van ....
A
Het bezitseffect
B
Sociale prijzen
C
De standaard
D
Het ankereffect

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2.53 Het inruilen van de gulden voor de euro als betaalmiddel in Nederland is voor veel mensen een grote verandering geweest. Dit kan niet verklaard worden door .....
A
Het bezitseffect
B
Beschikbaarheidsheuristiek
C
De standaard
D
Het ankereffect

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2.54 Bij de aanschaf van een paar schoenen van €150,- koop je tevens een spuitbus spray om ze waterdicht te maken voor €10,-, terwijl je weet dat in een winkel 12 minuten verderop ook waterdichte spray te koop is voor €4,-. Hier is sprake van .....
A
Relatieve opofferingskosten
B
Het prijseffect
C
De lokvogel
D
Het ankereffect

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2.55 Wanneer in een land drie bedrijven zijn die zand verkopen en één daarvan gaat ook gekleurd zand verkopen dan is er sprake van .......
A
Productdifferentiatie
B
Veranderen van de standaard
C
Veranderen van de anker
D
Marketing

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2.56 Onder ...I..... verstaan we dat mensen gemakkelijker geld besteden aan een dure melkopschuimer bij een koffieapparaat dan dat zij zoveel geld uitgeven aan dezelfde melkopschuimer als ze deze los aanschaffen.
....II .... bepaalt dat mensen nu liever een cappuccinomachine kopen dan een filterautomaat.
A
I Het anker II Relatieve opofferingskosten
B
I het woord gratis II Het anker
C
I Relatieve opofferingskosten II Het anker
D
I Relatieve opofferingskosten II De standaard

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2.57 Deze bank ziet er vrijwel hetzelfde uit als die bank in de andere winkel maar hij is €200,- duurder. Dan zal hij wel beter zitten. Hier is sprake van ....
A
Het prijseffect
B
De lokvogel
C
Mentaal boekhouden
D
Beschikbaarheidsheuristiek

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2.58..... I ....... van mensen is voor bedrijven belangrijke informatie. Inspelen op behoeften van mensen en het eventueel aanpassen van .... II ..... kan namelijk meer winst opleveren.
A
I Het anker II de standaard
B
I de marktprijs II Het anker
C
I Relatieve opofferingskosten II De standaard
D
I De standaard II Anker

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2.59 Twee beweringen:
I Aversie betekent iets graag willen
II Marktprijzen gelden nooit voor huishoudelijk werk.
A
Beide beweringen zijn juist
B
Bewering I is juist
C
Bewering II is juist
D
Beide beweringen zijn onjuist

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2.60 Er wordt vaker geadverteerd met "gratis verzending" dan met "verzending inbegrepen". Dit verhoogt de omzet vanwege .....
A
Het ankereffect
B
Het woord gratis
C
Beschikbaarheidsheuristiek
D
De standaard

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2.61 Supermarkten bieden snoepjes aan in de schappen op kinderhoogte, zodat kinderen ze makkelijk kunnen pakken. Dit is een voorbeeld van ...
A
Beschikbaarheidsheuristiek
B
De lokvogel
C
Sociale prijzen
D
Het bezitseffect

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2.62 Vrouwen kopen zelden hetzelfde jurkje als ze met elkaar winkelen zijn. Hier is sprake van ...
A
Het zelfoverschattingseffect
B
Spijtaversie
C
Vergelijking met andere personen
D
Sociale prijzen

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

01:00
2.46 Welke denkfout wordt in dit filmje getoond?
A
De lokvogel
B
Het ankereffect
C
Verliesaversie
D
De standaard

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

06:30
1.20 Leg uit waarom mensen niet rationeel handelen bij deze weddenschap?

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

3.33 Mensen geven graag uit ethische overwegingen bloed. Op het moment dat ze ervoor betaald worden, nemen ze het geld aan en willen ze steeds meer uitgeven. Hier is sprake van:
A
verandering van de standaard
B
verandering van sociale naar marktvormen
C
de lokvogel
D
relatieve opofferingskosten

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

3.34.1 Is de volgende uitspraak juist of onjuist?
Prijsbeïnvloeding door de overheid is geen voorbeeld van gedragseconomie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 35 - Quizvraag

Beinvloeding van de prijs is juist en Neo klassieke benadering.
3.34.2 Is de volgende uitspraak juist of onjuist?
Is de volgende uitspraak juist of onjuist?Verkeersregels leiden tot gewoontegedrag.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

3.34.3 Is de volgende uitspraak juist of onjuist?
Prijsbeïnvloeding door de overheid is geen voorbeeld van gedragseconomie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 37 - Quizvraag

Beinvloeding van de prijs is juist en Neo klassieke benadering.
3.34.4 Is de volgende uitspraak juist of onjuist?
Accijnsheffing is de effectiefste manier om het gebruik van demerit goederen te stimuleren.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 38 - Quizvraag

Beinvloeding van de prijs is juist en Neo klassieke benadering.
3.34.5 Is de volgende uitspraak juist of onjuist?
Gruwelijke foto's op sigarettenpakjes plaatsen, is de meest effectieve manier om roken te verminderen.


A
Juist
B
Onjuist

Slide 39 - Quizvraag

Beinvloeding van de prijs is juist en Neo klassieke benadering.
3.34. 6 Is de volgende uitspraak juist of onjuist?
De invoering van de pafpas kan verklaard worden aan de hand van de Neo klassieke theorie.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 40 - Quizvraag

Beinvloeding van de prijs is juist en Neo klassieke benadering. Beperking van roken is gedragseconomie.
3.35 De overheid wil het gebruik van ...I... stimuleren en het gebruik van ...II... afremmen.
A
I Consumptiegoederen II Kapitaalgoederen
B
I Demirit goederen II Merit goederen
C
I Merit goederen II Demerit goederen
D
I Kapitaalgoederen II Consumptiegoederen

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

3.39 Er is een experiment geweest waarbij automobilisten beloond werden als ze i.p.v. in de spits op een andere moment over de snelweg reden. Ze kregen daarvoor een financiële bonus. Dit is een voorbeeld van ...
A
keuzestructuur
B
anti-prikkel
C
framing
D
verliesaversie

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Link

Deze slide heeft geen instructies

3.37 Bekijk in de vorige slide de video van tv Oost en beantwoord dan deze vraag.
Het heterdaadje is een voorbeeld van .............
A
een anti-prikkel
B
een nudge
C
framing
D
prompting

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

3.38 Om meer eerlijkheid af te dwingen kan de Belastingdienst ook vragen vooraf of je je handtekening wil zetten onder de belastingaangifte, in plaats van achteraf. Dit is een voorbeeld van ................
A
Boosting
B
Gamefication
C
Framing
D
Keuzestructuur

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies