Present perfect

Today
Present perfect
Voltooid tegenwoordige tijd
Vandaag gaan we de voltooid tegenwoordige tijd behandelen. In het Engels heet dit de "Present Perfect"
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Today
Present perfect
Voltooid tegenwoordige tijd
Vandaag gaan we de voltooid tegenwoordige tijd behandelen. In het Engels heet dit de "Present Perfect"

Slide 1 - Tekstslide

Building blocks
Bouwstenen die je nodig hebt om deze tijd te maken

Slide 2 - Tekstslide

I .................

You .................

She ............

We ............

You ..............

They ........
TO HAVE
Zet de goede vorm van to have bij het juiste onderwerp
have
has
have
have
have
have

Slide 3 - Sleepvraag

Voltooid deelwoorden
in het Engels

Slide 4 - Tekstslide

Verb+ed
for regular verbs

Walked
Learned

werkwoord + ed

Slide 5 - Tekstslide

exceptions
spelling differences
Irregular verbs
uitzonderingen

Spellings uitzonderingen
Onregelmatige werkwoorden

Slide 6 - Tekstslide

spelling differences
study - studied
marry - married

uitzonderingen

Spellings uitzonderingen
Onregelmatige werkwoorden

Slide 7 - Tekstslide

Irregular verbs
No rules, just study them
3e rijtje 

Onregelmatige werkwoorden
Hier zijn geen regels voor, je moet ze leren.
Het voltooid deelwoord staat in de laatste kolom als je onregelmatige werkwoorden leert.

Slide 8 - Tekstslide

Differences with Dutch
Verbs stay close together
always use "to have"
Belangrijke verschillen met het Nederlands 

De werkwoorden blijven altijd dicht bij elkaar.
Gebruik altijd het werkwoord "to have" dus ook als er in het Nederlands een vorm van "zijn" gebruikt wordt

Slide 9 - Tekstslide

Ik ben daar geweest
A
I am there been
B
I have been there
C
I am been there
D
I have there been

Slide 10 - Quizvraag

Ik heb hem gezien
A
I have seen him
B
I has seen him
C
I see him
D
I have saw him

Slide 11 - Quizvraag

Hij heeft hard gewerkt
A
He have worked hard
B
He has hardly worked
C
He has worked hard
D
He have hardly worked

Slide 12 - Quizvraag

Ik ben nog nooit in Italië geweest
A
I am never to Italy been
B
I have never to Italy been
C
I have been never to Italy
D
I have never been to Italy

Slide 13 - Quizvraag

Ik woon sinds 2009 in Tilburg
A
I live in Tilburg since 2009
B
I have lived in Tilburg since 2009
C
I lived in Tilburg since 2009
D
I have lived since 2009 in Tilburg

Slide 14 - Quizvraag

Fyne Jas

Slide 15 - Tekstslide

Fyne Jas
F - for
Y- yet
N- never
E- ever
J- just
A - already
S - since
dit zijn woorden waaraan je de voltooide tijd kan herkennen

Slide 16 - Tekstslide

When to use the present perfect
wanneer gebruik je de voltooide tijd?

Slide 17 - Tekstslide

For things that started in the past and are still true.

  • I have lived here since 2009 (and I still live here now)
  • I have worked here for 4 years (and I still do)
  • I have lost my keys (and I still can't find them)

Voor dingen die in het verleden gebeurt zijn en nu nog steeds zo zijn. 

Slide 18 - Tekstslide

For things that happened in the past and are still noticable 

  • I have broken my leg (it's still in a cast)
  • I have just painted the room (you can see a new colour)
  • He has just farted (it stinks)
  • You have already looked it up (see I have it here)
Voor dingen die in het verleden gebeurt zijn en nu nog steeds waarneembaar zijn. 

Slide 19 - Tekstslide

Past simple vs Present perfect
onvoltooid verleden tijd vs voltooid tegenwoordige tijd

Slide 20 - Tekstslide

We do this "wrong" in Dutch
Dit doen we "fout" in het Nederlands

Slide 21 - Tekstslide

Past simple
over and done
Onvoltooid verleden tijd
Helemaal klaar en afgerond

Slide 22 - Tekstslide

Ik heb hem gisteren gezien

Slide 23 - Tekstslide

I saw him yesterday

Slide 24 - Tekstslide

Work time

Slide 25 - Tekstslide