Hoofdstuk 5 5.1 Schoonmaken en onderhoud

• Handel
• MBO
• Studiejaar 1

Hoofdstuk 5

5.1 Schoonmaken en onderhoud

Wat zou je doen als je uit eten gaat en je merkt dat het restaurant niet zo schoon is?

Noem drie gevolgen voor een winkel die niet schoon en opgeruimd is.

• Klanten verwachten een schone én opgeruimde winkel.
  
• Op welke manier je moet schoonmaken, hangt af van het soort winkel.
  
• Wat kun je vertellen over schoonmaken in een kledingzaak en in een slagerij?
  

Schoonmaken en opruimen gebeurt vaak voor openingstijd of na sluitingstijd

• Klanten verwachten een schone én opgeruimde winkel.
• Op welke manier je moet schoonmaken, hangt af van het soort winkel.                                                                            - Wat kun je vertellen over schoonmaken in een kledingzaak en in een slagerij?
• Schoonmaken en opruimen gebeurt vaak voor openingstijd of na sluitingstijd.
  

Onderhoud is meer dan alleen schoonmaken

• Barsten in (etalage) ruiten direct repareren.
• Meubels met vlekken die niet meer verwijderd kunnen worden vervangen of laten schilderen of opknappen.
• Kapotte lampen direct vervangen.
• Schilderwerk binnen en buiten moet regelmatig nagekeken worden.
• Vieze of kapotte reclameborden: schoonmaken of vervangen.
  

 

Onderhoud ook de vloeren: maak ze regelmatig schoon met het juiste schoonmaakmiddel.

Schoonmaakplan

Wat staat er op?

- hoe vaak er schoongemaakt moet worden

- door wie er schoongemaakt moet worden

- wanneer er schoongemaakt moet worden

Hieronder staat een ander voorbeeld van een schoonmaakplan

Op de toiletten hangt een voorbeeld van een schoonmaakrooster bij de deur! Als een klus gedaan is, komt er een handtekening op

Welke soorten vuil ken je?

Soorten vuil

Vegen met een veger

Afnemen met een vochtig doekje met desinfecteermiddel

Schrobben met een borstel en vetreiniger

Droog vuil

Aangekleefd vuil

Onzichtbaar vuil

Volgorde bij het schoonmaken

Veilig schoonmaken

• Volg voorschriften op: lees dus altijd het etiket!
  
• Je mag schoonmaakmiddelen NOOIT MENGEN
  
• Let op waarschuwingspictogrammen.
  
• Let op veiligheidssymbolen.
  
• Gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen.
  
• Let goed op als je een trap gebruikt.
  
• Til op de juiste manier.
  

Waarschuwingspictogrammen en veiligheidssymbolen

Wat betekenen deze waarschuwingspictogrammen?

Aan de slag

Maak opdracht 2 op blz 117