Het ruggenmerg (K) en hersenen

Welkom!
Zitten op je eigen plek
Telefoon op stil en in je tas
Boek+schrift/chromebook op tafel
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Zitten op je eigen plek
Telefoon op stil en in je tas
Boek+schrift/chromebook op tafel

Slide 1 - Tekstslide

Thema 8/9 - Regeling

Slide 2 - Tekstslide

Regeling
KB
8.1 - Het zenuwstelsel
8.2 - Zenuwcellen en zenuwen
8.3 - Het ruggenmerg
8.4 - De hersenen
8.5 - De weg die impulsen afleggen
8.6 - Het hormoonstelsel

BB
8.1 - Het zenuwstelsel
8.2 - Zenuwcellen en zenuwen
8.3 - De hersenen
8.4 - Beïnvloeding van het zenuwstelsel
8.5 - Bewuste reacties en reflexen
8.6 - Het hormoonstelsel

Slide 3 - Tekstslide


8.3 - Het ruggenmerg / 
8.4 - De hersenen

Slide 4 - Tekstslide

Doelen van deze les
Je kent de drie delen van de hersenen
Je kunt de functies van de hersenen omschrijven
Je kunt de delen van het ruggenmerg noemen met hun functies en kenmerken
Je kunt het verschil tussen witte en grijze stof uitleggen

Slide 5 - Tekstslide

De hersenen
Hersenen bestaan uit:
- Grote hersenen
- Kleine hersenen
- Hersenstam

Slide 6 - Tekstslide

Hersenstam
De hersenstam verbind het ruggenmerg met de hersenen.

Impulsen van en naar hoofd en hals gaan niet via het ruggenmerg, maar via hersenstam

Automatische processen zoals ademhaling en hartslag

Slide 7 - Tekstslide

Kleine hersenen
In de kleine hersenen worden alle bewegingen van je lichaam op elkaar afgestemd. 

Dit heet het coördineren van bewegingen.

Slide 8 - Tekstslide

Grote hersenen
Verwerking van impulsen worden in de grote hersenen verwerkt.

De grote hersenen spelen een rol bij bewuste waarnemingen en bewuste bewegingen. Ook gebruik je de grote hersenen wanneer je nadenkt, voor je emoties en wanneer je iets moet onthouden.

Slide 9 - Tekstslide

Aan het werk
Basis: 
Afmaken: Paragraaf 1+2
Maken: Paragraaf 3

Kader: Verdere uitleg

Slide 10 - Tekstslide

Hersencentra (grote hersenen)
Cellichamen van schakelcellen liggen in groepen bij elkaar: de hersencentra.
  1.  Gevoelscentra: ontvangen informatie van zintuigen.
  2. Bewegingscentra: sturen spieren of klieren aan.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Grijze en witte stof
Grijze stof > Cellichamen van schakelcellen en bewegingszenuwcellen
Witte stof > hierin liggen veel uitlopers 

Slide 13 - Tekstslide

Grijze en witte stof
In ruggenmerg: Grijze stof binnenkant, witte stof buitenkant
In de grote hersenen: Grijze stof buitenkant, witte stof binnenkant

Slide 14 - Tekstslide

Aan het werk
Afmaken: Paragraaf 1+2
Maken:
Basis: Paragraaf 3
Kader: Paragraaf 4: opdracht 1, 2, 4 (t/m hersencentra) en 5

Slide 15 - Tekstslide

Ruggenmerg
Het ruggenmerg ligt beschermd in het wervelkanaal van de wervelkolom.

Slide 16 - Tekstslide

Ruggenmerg in het wervelkanaal.

Slide 17 - Tekstslide

Zenuwen
Cellichamen van gevoels-
zenuwcellen bij elkaar
in zenuwknopen

Uitlopers beweginszenuw-
cellen aan buikkant
Uitlopers gevoelszenuw-
cellen aan rugkant

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Vragen?

Slide 20 - Tekstslide

Aan het werk
Afmaken: Paragraaf 1+2
Maken
Basis: Paragraaf 3
Kader: Paragraaf 3 helemaal; Paragraaf 4: opdracht 1, 2, 4 (t/m hersencentra) en 5

Volgende les: Afmaken opdrachten

Slide 21 - Tekstslide

De grote hersenen, kleine hersenen, hersenstam en ruggenmerg samen noem je
A
zenuwen
B
centrale zenuwstelsel
C
perifere zenuwstelsel
D
regeling

Slide 22 - Quizvraag

Waar liggen de cellichamen van de bewegingszenuwcellen?
A
in de grote hersenen
B
in de kleine hersenen
C
in het ruggenmerg
D
net buiten het ruggenmerg

Slide 23 - Quizvraag

Welk onderdeel van de hersenen stemt de bewegingen op elkaar af?
A
Grote hersenen
B
Kleine hersenen
C
Hersenstam
D
Ruggenmerg

Slide 24 - Quizvraag

Op welke plaats bevindt zich
de grijze stof?
A
C
B
D

Slide 25 - Quizvraag

Wat bevatten de witte en grijze stof?
A
Witte stof: cellichamen Grijze stof: uitlopers
B
Witte stof: uitlopers Grijze stof: cellichamen

Slide 26 - Quizvraag

Waar wordt de ademhaling geregeld?
A
kleine hersenen
B
grote hersenen
C
hersenstam
D
ruggenmerg

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide