Je kunt de delen van het ruggenmerg noemen met hun functies en kenmerken (K)
Slide 5 - Tekstslide
De hersenen
Hersenen bestaan uit:
- Grote hersenen
- Kleine hersenen
- Hersenstam
Slide 6 - Tekstslide
Hersenstam
De hersenstam verbind het ruggenmerg met de hersenen.
Impulsen van en naar hoofd en hals gaan niet via het ruggenmerg, maar via hersenstam
Automatische processen zoals ademhaling en hartslag
Slide 7 - Tekstslide
Kleine hersenen
In de kleine hersenen worden alle bewegingen van je lichaam op elkaar afgestemd.
Dit heet het coördineren van bewegingen.
Slide 8 - Tekstslide
Grote hersenen
Verwerking van impulsen worden in de grote hersenen verwerkt.
De grote hersenen spelen een rol bij bewuste waarnemingen en bewuste bewegingen. Ook gebruik je de grote hersenen wanneer je nadenkt, voor je emoties en wanneer je iets moet onthouden.
Slide 9 - Tekstslide
Aan het werk
Basis:
Afmaken: Paragraaf 1+2
Maken: Paragraaf 3
Kader: Verdere uitleg
Slide 10 - Tekstslide
Hersencentra (grote hersenen)
Cellichamen van schakelcellen liggen in groepen bij elkaar: de hersencentra.
Gevoelscentra: ontvangen informatie van zintuigen.
Bewegingscentra: sturen spieren of klieren aan.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Grijze en witte stof
Grijze stof > Cellichamen van schakelcellen en bewegingszenuwcellen
Witte stof > hierin liggen veel uitlopers
Slide 13 - Tekstslide
Grijze en witte stof
In ruggenmerg: Grijze stof binnenkant, witte stof buitenkant
In de grote hersenen: Grijze stof buitenkant, witte stof binnenkant