Verwijswoorden

Verwijswoorden
Taalverzorging H3
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Verwijswoorden
Taalverzorging H3

Slide 1 - Tekstslide

Deze, die, dit en dat
Deze en die --> de-woorden
Dit en dat --> het-woorden

Het meisje dat daar loopt.
De jongen die daar loopt.


Slide 2 - Tekstslide

Ik haal morgen het boeket op, ..... je besteld hebt.
A
die
B
deze
C
dit
D
dat

Slide 3 - Quizvraag

De vogel ... op de schutting zit, is zwart.
A
die
B
deze
C
dit
D
dat

Slide 4 - Quizvraag

De vogel op de schutting is zwart, maar het vogeltje .... op de heg zit is bruin.
A
die
B
deze
C
dit
D
dat

Slide 5 - Quizvraag

mij, mijn, jou, jouw
Staat er een bezit achter? Dan komt er een extra letter. 
Staat er geen bezit achter? Dan komt er geen extra letter.

De fiets is van jou.
Het is jouw fiets.
Dus u kent mijn opa?
Ik ken uw kleindochter.

Slide 6 - Tekstslide

Gister was .. zus op televisie.
A
me
B
mijn
C
mij

Slide 7 - Quizvraag

De boekenkast die daar staat is van ... geweest.
A
u
B
uw

Slide 8 - Quizvraag

hun / zij
Bij een bezit achter het woord schrijf je hun. 
Bij het onderwerp van een zin schrijf je zij. 

Zij hebben hun huiswerk niet gemaakt.
Zij fietsen op hun fietsen door het dorp. 

Slide 9 - Tekstslide

Wil je vragen of .... de afwas even voor mij doen?
A
zij
B
hun

Slide 10 - Quizvraag

Het is niet per se ... schuld dat dit gebeurd is.
A
zij
B
hun

Slide 11 - Quizvraag