Seizoenen
1 / 15
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Video
Beste leerkracht. Welkom bij deze les over de seizoenen. Deze les sluit op groep 1/2 niveau aan op kerndoel 51: De leerlingen leren gebruik te maken van eenvoudige historische bronnen en ze leren aanduidingen van tijd en tijdsindeling te hanteren. en kerndoel 46:
De leerlingen leren dat de positie van de aarde ten opzichte van de zon de seizoenen en dag en nacht veroorzaakt.
open de les met het seizoenen liedje van nijntje. In mijn klas is dit liedje bekend. Zo niet dan kan je het thema even kort introduceren. Dit kan je doel door te beginnen over het seizoen dat het op dit moment is.
Slide 2 - Tekstslide
Haal gezamelijk voorkennis op over de seizoenen. Wat weten we al van de seizoenen. Houd hierbij de spanningsboog van de kleuters in de gaten en speel hier op in.
Ga het lesdoel bij langs: Aan het einde van de les kan ik alle vier seizoenen benoemen en weet ik van elk seizoen een ding wat uniek is voor dat seizoen.
Slide 3 - Tekstslide
Bespreek de vier seizoenen met de kinderen. Vertel globaal wat er uniek is aan de seizoenen. Leg daarbij de nadruk op het seizoen dat het op dit moment is.
Opdracht uitleg: We gaan zo allerlei dingen zien die bij een seizoen passen. Aan ons om ze naar het goede seizoen te slepen.
Slide 4 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 5 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 6 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 7 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 8 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 9 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 10 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 11 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 12 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 13 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 14 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Seizoenen
Slide 15 - Woordweb
Ga het lesdoel nog een keer na:
Wat weten we nu van de seizoenen.
Zorg iig voor het lesdoel: de vier seizoenen benoemen.
Zorg iig voor het lesdoel: de vier seizoenen benoemen.
