Meervoud -en of -s

Meervoud op -en of -s
Spelling hoofdstuk 3 en 4
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Meervoud op -en of -s
Spelling hoofdstuk 3 en 4

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het einde van de les weet je hoe je meervoud op -en of -s schrijft.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

Meervoud op -en
Zet –en achter het enkelvoud​
- Laatste letter verdubbelen​
- Een a, e, o of u weglaten​
- F verandert in v​
- S veranderen in z

Slide 4 - Tekstslide

Meervoud  op -ee of -ie
- eindigt op -ee dan maak je meervoud met ën

- eindigt op -ie dan maak je meervoud met -ën of -n afhankelijk van de klemtoon

Slide 5 - Tekstslide

Wat is het meervoud van fooi?

Slide 6 - Open vraag

Wat is het meervoud van duif?

Slide 7 - Open vraag

Wat is het meervoud van fee?

Slide 8 - Open vraag

Wat is het meervoud van olie?

Slide 9 - Open vraag

Maken opdrachten
Spelling hoofdstuk 3: 2, 3 en 5 blz. 95
Spelling hoofdstuk 4: 2 en 3 blz. 125

Slide 10 - Tekstslide