Quiz Levensfase en Voorlichtingsgesprek SOVA 3

Quiz Levensfase en Voorlichtingsgesprek SOVA 3
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Quiz Levensfase en Voorlichtingsgesprek SOVA 3

Slide 1 - Tekstslide

Waarom is het belangrijk om rekening te houden met levensfasen bij het geven van voorlichting?
A
Omdat alle patiënten hetzelfde zijn.
B
Omdat elke leeftijdsfase een andere manier van communiceren en begrijpen vereist.
C
Omdat jonge kinderen altijd beter luisteren dan volwassenen.

Slide 2 - Quizvraag

Welke drie factoren hebben invloed op de ontwikkeling van een mens?
A
Aanleg, rijping en leerprocessen
B
Genen, voeding en omgeving
C
Groei, opvoeding en schoolniveau

Slide 3 - Quizvraag

Volgens Erik Erikson ontwikkelt een baby in de eerste levensfase...
A
Vertrouwen tegenover wantrouwen
B
Zelfstandigheid tegenover schuldgevoel
C
Identiteit tegenover verwarring

Slide 4 - Quizvraag

Welke methode gebruik je om informatie aan te laten sluiten bij de belevingswereld van een patiënt?
A
LSD-methode (Luisteren, Samenvatten, Doorvragen)
B
Dezelfde uitleg geven aan iedereen
C
Alleen folders uitdelen

Slide 5 - Quizvraag

In welke periode worden alle belangrijke organen gevormd?
A
Tussen week 4 en 8
B
Vanaf maand 5
C
Pas na de geboorte

Slide 6 - Quizvraag

Welke factor kan een negatieve invloed hebben op de foetus?
A
Regelmatig wandelen in de buitenlucht
B
Roken en alcoholgebruik door de moeder
C
Klassieke muziek afspelen voor de baby

Slide 7 - Quizvraag

Hoe kan een ongeboren baby reageren op prikkels van buitenaf?
A
Door geluiden en licht waar te nemen
B
Door te praten met de moeder
C
Door bewust te bewegen richting een prikkel

Slide 8 - Quizvraag

Waarom is kennis over de prenatale fase belangrijk voor een doktersassistent?
A
Omdat doktersassistenten baby’s ter wereld brengen
B
Om zwangere vrouwen te kunnen adviseren over gezonde keuzes
C
Om zelf beter voorbereid te zijn op het ouderschap

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een aangeboren reflex bij baby’s?
A
De grijpreflex
B
Het kunnen lopen na drie maanden
C
Het kunnen praten bij geboorte

Slide 10 - Quizvraag

Hoe kan taalontwikkeling bij baby’s gestimuleerd worden?
A
Door veel tegen de baby te praten en liedjes te zingen
B
Door baby’s zelf taal te laten ontdekken zonder inbreng van ouders
C
Door de baby een televisieprogramma over taal te laten kijken

Slide 11 - Quizvraag

Welke voorlichtingsmethode is effectief bij ouders van een baby?
A
Tell-Show-Do methode
B
Alleen folders uitdelen
C
De ouders zelf laten uitzoeken wat werkt

Slide 12 - Quizvraag

Wat is exploratiedrang bij peuters?
A
De behoefte om hun omgeving te ontdekken
B
De angst om nieuwe dingen te proberen
C
Het vermogen om instructies op te volgen

Slide 13 - Quizvraag

Hoe verschilt het denken van een peuter van dat van een kleuter?
A
Peuters denken concreet, terwijl kleuters meer fantasie en regels combineren.
B
Peuters kunnen al goed redeneren, kleuters niet.
C
Peuters hebben een realistische kijk op de wereld, kleuters niet.

Slide 14 - Quizvraag

Een peuter is bang voor een vaccinatie. Wat is de beste manier om hem gerust te stellen?
A
Uitleggen met eenvoudige woorden en een spelelement toevoegen
B
Gewoon prikken zonder uitleg
C
De ouder alles laten doen zonder de peuter aan te spreken

Slide 15 - Quizvraag

Hoe kunnen ouders helpen bij de sociale ontwikkeling van een kleuter?
A
Door het kind altijd alles zelf te laten oplossen
B
Door sociale regels uit te leggen en het kind met anderen te laten spelen
C
Door het kind altijd te beschermen tegen conflicten

Slide 16 - Quizvraag