Alfataal CEAMV dokter opdracht 1+2

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsBasisschoolGroep 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Ik leer
• Woorden over pijn en ziek zijn. 
• Zeggen dat ik pijn heb. 
• Praten met de dokter. 
• Medicijnen zoeken in de winkel. 
• Een vraag stellen over medicijnen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Kies de zin.
A
Dit is mijn keel
B
Dit is mijn buik
C
Dit is mijn hoofd
D
Dit is mijn mond

Slide 18 - Quizvraag

Kies de zin.
A
Ik hoest
B
Ik heb keelpijn
C
Ik ben verkouden
D
Ik nies

Slide 19 - Quizvraag

Kies de zin.
A
Ik heb buikpijn
B
Ik heb keelpijn
C
Ik heb kiespijn
D
Ik heb oorpijn

Slide 20 - Quizvraag

Kies de zin.
A
Ik nies
B
Ik adem
C
Ik voel
D
Ik hoest

Slide 21 - Quizvraag

Kies de zin
A
Ik heb koorts
B
Ik heb buikpijn
C
Ik ben verkouden
D
Ik heb griep

Slide 22 - Quizvraag

Kies de zin
A
Ik heb koorts
B
Ik heb hoofdpijn
C
Ik ben ziek
D
Ik heb bloed

Slide 23 - Quizvraag

Medicijnen

Slide 24 - Tekstslide

Wat is dit?
A
paracetamol
B
prik
C
drankje
D
zalf

Slide 25 - Quizvraag

Wat is dit?
A
paracetamol
B
prik
C
drankje
D
zalf

Slide 26 - Quizvraag

Wat is dit?
A
paracetamol
B
prik
C
drankje
D
zalf

Slide 27 - Quizvraag

Is dit een medicijn?
A
Ja, dit is een medicijn
B
Nee, dit is geen medicijn

Slide 28 - Quizvraag

Is dit een medicijn?
A
Ja, dit is een medicijn
B
Nee, dit is geen medicijn

Slide 29 - Quizvraag

Is dit een medicijn?
Tekst
A
Ja, dit is een medicijn
B
Nee, dit is geen medicijn

Slide 30 - Quizvraag

Is dit een medicijn?
Tekst
A
Ja, dit is een medicijn
B
Nee, dit is geen medicijn

Slide 31 - Quizvraag

Is dit een medicijn?
Tekst
A
Ja, dit is een medicijn
B
Nee, dit is geen medicijn

Slide 32 - Quizvraag

Is dit een medicijn?
Tekst
A
Ja, dit is een medicijn
B
Nee, dit is geen medicijn

Slide 33 - Quizvraag

Is dit een medicijn?
Tekst
A
Ja, dit is een medicijn
B
Nee, dit is geen medicijn

Slide 34 - Quizvraag

Slide 35 - Tekstslide