Alfataal Mijn lichaam en gezondheid

Alfataal Mijn lichaam en gezondheid
Ik leer:
  • Woorden over mijn lichaam.
  • Woorden over pijn en ziek zijn.
  • Vertellen waar ik pijn heb.
  • Een appje/kaartje sturen.
  • Beterschap zeggen. 

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsISK

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Alfataal Mijn lichaam en gezondheid
Ik leer:
  • Woorden over mijn lichaam.
  • Woorden over pijn en ziek zijn.
  • Vertellen waar ik pijn heb.
  • Een appje/kaartje sturen.
  • Beterschap zeggen. 

Slide 1 - Tekstslide

de arm
  • deel van je lichaam
  • tussen hand en schouder 
  • de arm - de armen
  • zin: Ik heb mijn armen nodig in de sportschool.
  • zin: Mijn rechter arm is sterk en mijn linker arm niet.

Slide 2 - Tekstslide

het been
  • deel van je lichaam
  • tussen billen en tenen
  • het been - de benen
  • zin: Zijn benen doen zeer van het lopen.
  • zin: Haar been is gebroken.

Slide 3 - Tekstslide

de pijn
  • vervelend gevoel in je lichaam 
  • soms bloed
  • beetje pijn = pijntje
  • de pijn - de pijnen
  • zin: Mijn been doet pijn.
  • zin: De pijn is nu weg.

Slide 4 - Tekstslide

de zieke
iemand die ziek is

De zieke had 40 graden koorts en moest in bed blijven.

Slide 5 - Tekstslide

de buikpijn 
Pijn in de buik
Hij had buikpijn, omdat hij teveel gegeten had.

Slide 6 - Tekstslide

gezond
  • goed voor je lichaam
  • zin: Fruit eten is gezond.
  • zin: Een gezond mens hoeft nooit naar de dokter.

Slide 7 - Tekstslide

hoesten/ de hoest
studievaardigheden
betekenis
woordweb
terugblik vorig jaar
verwachtingen voor komend jaar

Slide 8 - Tekstslide

de hoofdpijn

Slide 9 - Tekstslide

de paracetamol

Een medicijn waardoor je minder pijn voelt.

Slide 10 - Tekstslide