28 okt A3E

WELCOME
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

WELCOME

Slide 1 - Tekstslide

Marit+Mare  SO inhalen
-- printen
-- word search printen

Slide 2 - Tekstslide

Today's lesson

  • Reading
  • Repeat grammar unit 1 
  • Watching exercise

Slide 3 - Tekstslide




                Read in silence for 10 min 

Slide 4 - Tekstslide

Test unit 1 (3x)
- alle woorden uit de studybox p. 43-49

- grammar: who/whose/whom/which/that p. 50
- comparisons p. 51
- present perfect/present perfect continuous p. 44
- past simple/past continuous/present perfect/present perfect continuous p. 48
- expressions p. 46
- irregular verbs p.285




Slide 5 - Tekstslide

Inhoud toets
  1. Irregular verbs invullen in zin (dus of verleden tijd of volt. tijd)
  2. Vocabulary opdrachten (vertalen naar NLs, invullen in ENG, vertalen naar ENG en invullen in zin
  3. Opdr who/whom/which etc
  4. Opdr comparisons
  5. Opdr present perfect vs pr. perf. continuous

Slide 6 - Tekstslide

6. Opdr past simple/past cont./present perf/prsent perf cont.
7. Opdr expressions (NL -> ENG)
8. Korte opdr ontkennend maken
9. Korte opdr vragend maken
10. 'Vrij' schrijven opdr 

Slide 7 - Tekstslide

Grammar unit 1
Past simple
Past continuous
Present perfect
Present perfect continuous

page 48





Slide 8 - Tekstslide

Present perfect
have/has + voltooid deelwoord

I have seen that man before
She has called him back

Slide 9 - Tekstslide

Present perfect continuous
have been/has been + hele werkwoord + -ing

We have been looking for our dog for hours
He has been working on that since yesterday 

Slide 10 - Tekstslide

Past simple
Past continuous
Present perfect
Present perfect cont.
- ww+ ed
- onregelm. ww


I walked
- was/were + ww +ing



I was walking
- has/have + voltooid deelwoord


I have walked
- has/have + been + ww + ing


I have been walking

Slide 11 - Tekstslide

Past simple
Past continuous
I watched a movie
I was watching a movie
- in verleden gebeurd en geëindigd
- in verleden regelmatig gebeurd (gewoonten)

(yesterday, last night, in 2019 etc)
- was in het verleden aan de gang (soms staat er ook al past simple in de zin!)
We were reading a book when the phone rang.
- gebeurde in verleden en irriteerde de spreker  (aways, constantly etc)

Slide 12 - Tekstslide

Present perfect
Present perfect continuous
we have watched
We have been watching
-Begonnen in verleden, nog steeds bezig (since, for)
-Nadruk op resultaat van iets wat in verleden is gebeurd
-In verleden gebeurd, niet duidelijk/belangrijk wanneer
-Zojuist of kortgeleden gebeurd (just)
-In verleden 1 keer gebeurd, en/of i.c.m. 'never'
- Dingen die een poosje hebben geduurd, meerdere keren of een gewoonte zijn
- Nadruk op tijdsduur (spreker vindt het lang duren: trots of ergernis) (for hours, all day, for ages etc)
- In verleden gebeurd, gevolg maar alleen indien: een poosje heeft geduurd/meerdere keren/gewoonte. Reden (because) of gevolg (so) wordt vaak genoemd

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

This is where we .................... (to live) until 2009
A
lived
B
have lived

Slide 15 - Quizvraag

They were watching a movie when suddenly the dog .................. (to bark)
A
was barking
B
barked
C
has barked
D
has been barking

Slide 16 - Quizvraag

This factory .................... (to be) closed since 2010
A
was
B
were
C
has been

Slide 17 - Quizvraag

I ........................ (to collect) fridge magnets since I was 7 years old.
A
collected
B
have collected
C
was collecting

Slide 18 - Quizvraag

They ....................... (to make) dinner when we came home.
A
made
B
have made
C
were making

Slide 19 - Quizvraag

Look! My mother ................... (to buy) a new car!
A
has bought
B
bought
C
was buying

Slide 20 - Quizvraag

For the past 3 years, we ................... (to give) him books for his birthday.
A
gave
B
were giving
C
have given

Slide 21 - Quizvraag

I ................................... (not - to want) to cook yesterday, so we ordered pizza.
A
wanted not
B
haven't wanted
C
didn't wanted
D
didn't want

Slide 22 - Quizvraag

shrewdness
sincerity
considerate
obnoxious
anxious
bezorgd/zorgelijk
onaangenaam
attent
oprechtheid
sluwheid

Slide 23 - Sleepvraag

Translate to English: woedend
A
mad
B
generous
C
cautious
D
furious

Slide 24 - Quizvraag

Translate to Dutch: tremendous
A
ontzettend
B
bevestiging
C
voorbijstreven
D
amper

Slide 25 - Quizvraag

Translate to Dutch: to amplify
A
versterken
B
veel publiek trekken
C
veroveren
D
opduiken

Slide 26 - Quizvraag

Last question! Translate to Dutch: intricate
A
inzicht
B
complex
C
afslaan
D
toewijding

Slide 27 - Quizvraag

Watching exercise

Slide 28 - Tekstslide

End of the lesson

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide