Voorbereiden toets H3 Bloedsomloop

Voorbereiden toets H3
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Voorbereiden toets H3

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Bespreken huiswerk  filmpje                                                       5 min
  • Wat weet je al?                                                                                  10 min
  • Waar ga jij in deze les aan werken? (jouw doelen)            5 min
  • Samen of zelfstandig aan de slag                                           15 min
  • Heb je je doelen behaald?                                                           10 min
  • Afsluiting van de les                                                                        5 min

Slide 2 - Tekstslide

Bespreken huiswerk filmpje

Slide 3 - Tekstslide

Wat is geen kenmerk van een ader?
A
Een ader stroomt altijd in de richting vanaf het hart
B
Een ader heeft kleppen
C
Een ader heeft een lagere druk dan een slagader
D
Een ader bevat minder zuurstof dan een slagader

Slide 4 - Quizvraag

Welke letter geeft het bloedvat aan waarin de bloeddruk het hoogst is?
T6B4
c – van slagaders, aders en haarvaten: functies; onderscheid
naar ligging, bloeddruk, bouw van de wand, aan- of
afwezigheid van kleppen en samenstelling van het bloed
in deze vaten
T6/B4
A
de letter P
B
de letter Q
C
de letter R
D
de letter S

Slide 5 - Quizvraag

Slagaders, aders en haarvaten
A
Slagaders: dunne wand Haarvaten: dikke wand
B
Slagaders: kleppen Aders: geen kleppen
C
Slagaders: hoge bloeddruk Haarvaten: afgifte stoffen
D
Aders: dunne slappe wand Haarvaten: hoge bloeddruk

Slide 6 - Quizvraag

Wat is waar?

1. Slagaders: wand dik, bloeddruk hoog
2. Aders: kleppen
A
beide waar
B
beide nietwaar
C
1: waar 2: nietwaar
D
1: nietwaar 2: waar

Slide 7 - Quizvraag

Hoe is je score?
De meeste vragen goed? 
Dan mag je zelfstandig aan de slag met:
* het afmaken van je structuurmap
* oefentoets H3 maken

 De meeste vragen fout?
Dan gaan we samen nog even aan de slag met  dit onderwerp.

Slide 8 - Tekstslide


Waar ga jij in deze les aan werken?

Slide 9 - Woordweb

Zelfstandig aan de slag:
Wat ga je doen: 
Aan de slag met jouw doelen waar je aan wil werken.
Hoe?
Met behulp van je werkboek/laptop.
Hulp nodig?
Vraag je buurman/buurvrouw of sla de vraag even over.
Resultaat?
Je kan aangeven hoe tevreden je bent met de behaalde doelen en 
een vraag daarover beantwoorden.
Klaar?
Dan mag je verder werken aan de volgende paragraaf.
timer
10:00

Slide 10 - Tekstslide

Verlengde instructie 

Slide 11 - Tekstslide

Samen aan de slag of alleen?

Slide 12 - Tekstslide

Welke volgorde van de bloedstroom in het hart is goed?
A
Linkerboezoem-linkerkamer- longslagader
B
Rechterboezem-linkerboezem-linkerkamer
C
rechterboezem- rechterkamer-longslagader
D
linkerkamer-linkerboezem-aorta

Slide 13 - Quizvraag

timer
1:30
Ader
Slagader
Haarvat
Dikke, stevige, elastische wand.
Bevat kleppen
Bevat (bijna) geen kleppen.
Dunne minder elastische wand.
Bloedstroom: orgaan naar hart.
Bloedstroom: hart naar orgaan.
Bloeddruk is hoog.
Bloeddruk is laag.
Liggen minder diep in het lichaam.
Liggen dieper in het lichaam.
Wand is 1 cel laag dik.
Sterk afnemende bloeddruk.
Vormen in een orgaan een netwerk.

Slide 14 - Sleepvraag

Kleine bloedsomloop
Alle organen
Grote bloedsomloop
Hart
Longen

Slide 15 - Sleepvraag

Heb je gedaan wat je van te voren bedacht had (jouw doelen)?

Slide 16 - Poll

Afsluiting van de les
Heb je nog huiswerk voor een volgende x?

Slide 17 - Tekstslide