4.3 Consumeren of consuminderen? 17-9-24

1 / 33

Slide 1: Tekstslide

AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Lesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de goede volgorde?

Lesplanning

Vorige les herhalen

Samen lezen paragraaf

Uitleg

Vragen

Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorige les herhalen

Pak uw laptop AUB

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen fossiele brandstof?

steenkool

aardgas

aardolie

benzine

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem 2 voorbeelden van duurzame energie.

timer

1:00

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Planten hebben voedingsstoffen nodig, deze halen zij niet uit...

de bodem

dierlijke mest

steenkool

kunstmest

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem 1 voorbeeld om landbouw duurzamer te maken.

timer

1:00

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Dit is een goed voorbeeld van duurzame landbouw
(druppelsysteem)

juist

onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk begrip past bij deze afbeelding?

timer

1:00

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Door het gebruik van kunstmest vergroot je wel de draagkracht van de aarde

juist

onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

4.3 Consumeren of consuminderen?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samen lezen paragraaf 4.3

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Consumeren =

het kopen en gebruiken van goederen en diensten

door consument

Wat zou de

meeste impact

hebben?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Levensduur van spullen

De levensduur van veel producten is niet zo groot.

Stuk of niet stuk, we gooien veel weg.

Electronica

Textiel

Slide 15 - Tekstslide

Antwoord:

-Doorverkopen: via marktplaats, tweedehands winkels, etc..

-weggeven/doneren.

Levensduur van spullen

Vraag: Wat zou je zelf kunnen doen om een werkend product een tweede leven te geven?

- doorverkopen: via marktplaats, tweedehands winkels, etc..

- weggeven/doneren.

- recyclen

Electronica

Textiel

Slide 16 - Tekstslide

Antwoord:

-Doorverkopen: via marktplaats, tweedehands winkels, etc..

-weggeven/doneren.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Recyclen

Een oud product verwerken in een nieuw product.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

cradle-to-cradle

= duurzaam product

Alle onderdelen kunnen weer gerecycled worden (hergebruikt)

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Duurzaam wonen?--> energieneutraal?

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Kennistest

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is Consumeren?

timer

1:00

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke afbeelding hoort NIET bij recyclen?

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zou je zelf kunnen doen om een werkend product een tweede leven te geven?

timer

1:00

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Als niets van een product wordt weggegooid en alle grondstoffen worden gebruikt noemen we dat:

recyclen

cradle - to - cradle

levensduur

levensloop

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

timer

1:00

Wat hebben deze mensen gedaan in hun huis om duurzamer te leven?

Slide 29 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

timer

1:00

Wat betekent 'energieneutraal'?

Slide 30 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk 25 September

Paragraaf 4.3

Opdr. 1,3,4,5

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

create.kahoot.it

Slide 33 - Link

Deze slide heeft geen instructies

4.3 Consumeren of consuminderen? 17-9-24

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Open vraag

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Open vraag

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Woordweb

Slide 30 - Woordweb

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Link

Meer lessen zoals deze

4.3 Consumeren of consuminderen?

4.3 Consumeren of consuminderen?

4.3 Consumeren of consuminderen?

mavo 4.3 Consumeren of consuminderen?

4.3 Consumeren of consuminderen?

4.3 Consumeren of consuminderen?

4.3 Consumeren of consuminderen?

4.3 Consumeren of consuminderen