Woordenschat 1.1

1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Woordenschat 
ONBEKENDE WOORDEN BEGRIJPEN
1.1  Betekenis afleiden uit de tekst

Slide 2 - Tekstslide

Uitleg woordenschat
1. Wat betekent woordenschat
2. Waarom is dit belangrijk? 

Slide 3 - Tekstslide



Doel


Aan het einde van de les kun je de betekenis van een onbekend woord afleiden uit de tekst waarin dit woord wordt gebruikt. 

Slide 4 - Tekstslide

THEORIE
Het kan voorkomen dat je in een tekst een woord tegenkomt waarvan je de betekenis niet weet.


Kijk dan eerst of je de betekenis kunt afleiden uit de tekst:
wordt de betekenis van het woord uitgelegd?
staat er een voorbeeld in de tekst?

Slide 5 - Tekstslide

THEORIE
Gebruik deze tips om de betekenis af te leiden uit de tekst:
Lees de hele zin waarin het woord staat.
Controleer of er in de tekst een synoniem, omschrijving, tegenstelling of voorbeeld genoemd wordt.
Let op afbeeldingen.


Slide 6 - Tekstslide

OEFENEN

Slide 7 - Tekstslide

Wat is een synoniem?

Slide 8 - Woordweb

Noem een synoniem voor: illustratie

Slide 9 - Woordweb

Synoniem
 Zoek een synoniem; een woord dat ongeveer dezelfde
   betekenis heeft.
Voorbeelden:
  • lamp-licht
  • auto-wagen
  • schoenen-patta's-schoeisel

Slide 10 - Tekstslide

Tegenstelling
Het tegenovergestelde van elkaar
Zoek een tegenstelling, let op signaalwoorden; maar, echter,
  daarentegen.

Voorbeelden: 
  • groot-klein
  • zwart-wit
  • hoog-laag

Slide 11 - Tekstslide

 Een omschrijving zoeken

Van onbekende woorden staat vaak een omschrijving in de tekst. 

- Lees een zin of alinea helemaal.

- Zoek een omschrijving van het woord.




Slide 12 - Tekstslide

Zoek voorbeelden
Soms kun je hieruit de betekenis van het woord afleiden.
 Zoek naar een voorbeeld, let op signaalwoorden: zoals,  
   bijvoorbeeld, neem nou, denk aan.

Slide 13 - Tekstslide

OEFENEN

Slide 14 - Tekstslide

Honderden ramptoeristen bezochten het gebied. De politie had veel last van al die mensen die uit nieuwsgierigheid kwamen kijken bij de ramp.
Wat is de omschrijving van 'ramptoeristen'?

Slide 15 - Open vraag

Zoek in de volgende zin naar een synoniem of tegenstelling van 'lay-out' een geef aan waar sprake van is (...=...).

De lay-out van dat tijdschrift is sterk verbeterd, sinds die jonge vormgever de opmaak verzorgt.

Slide 16 - Open vraag

Zoek in de volgende zinnen naar een synoniem of tegenstelling van 'nauwkeurig' en geef aan waar sprake van is (...=...).

Onze boekhouder is heel nauwkeurig. Zijn afspraken komt hij stipt na.

Slide 17 - Open vraag

Zoek in de volgende zinnen naar een synoniem of tegenstelling van 'geavanceerde' en geef aan waar sprake van is (...=...).

Het pretpark is vorig jaar vernieuwd, omdat er te veel ouderwetse attracties stonden. In het vernieuwde pretpark hebben ze de meest geavanceerde achtbanen.

Slide 18 - Open vraag

Zoek in de volgende zinnen naar een synoniem of tegenstelling van 'overwegend' en geef aan waar sprake van is (...=...).

Het publiek van het hardstyle-evenement bestond merendeels uit scholieren en studenten. Bij het alternatieve jazzfestival waren de toeschouwers overwegend ouder dan 40.

Slide 19 - Open vraag

Zoek in de volgende zinnen naar een synoniem of tegenstelling van 'geanimeerd' en geef aan waar sprake van is (...=...).

Melissa vertelde geanimeerd over haar nieuwe bijbaan. We hadden haar al een tijd niet zo opgewekt gezien.

Slide 20 - Open vraag

Zoek in de volgende zinnen naar een synoniem of tegenstelling van 'traditionele' en geef aan waar sprake van is (...=...).

In Ede is een nieuwe rioolwaterzuivering geopend die werkt met een vernieuwende technologie. Deze techniek gebruikt veel minder energie dan de traditionele waterzuiveringstechniek.

Slide 21 - Open vraag

Zoek in de volgende zinnen naar een synoniem of tegenstelling van 'gestaag' en geef aan waar sprake van is (...=...).

De Nederlandse game-industrie groeit gestaag. Dit is te zien aan het aantal bedrijven in deze branche dat alsmaar blijft toenemen.

Slide 22 - Open vraag

TOT SLOT

Slide 23 - Tekstslide

 HERHALING THEORIE
Gebruik deze tips om de betekenis af te leiden uit de tekst:
Lees de hele zin waarin het woord staat.
Controleer of er in de tekst een synoniem, omschrijving, tegenstelling of voorbeeld genoemd wordt.
Let op illustraties.


Slide 24 - Tekstslide



Huiswerk:


WOORDENSCHAT HOOFDSTUK 1: Maken opdrachten 2 t/m 5

Slide 25 - Tekstslide

Sommigen vinden het CHARISMA van een manager een belangrijke factor voor het succes van de zaak.
A
opleiding
B
ervaring
C
uitstraling

Slide 26 - Quizvraag

Die voorstellen BEHELZEN een compleet nieuwe invulling van de studie.
A
ontwaren
B
hebben betrekking op
C
beamen

Slide 27 - Quizvraag

Het overleg bevindt zich in een IMPASSE.
A
vergaderzaal
B
moeilijke toestand
C
eindfase

Slide 28 - Quizvraag

De goudhandel FLOREERT als nooit tevoren.
A
ontbeert
B
gaat achteruit
C
bloeit

Slide 29 - Quizvraag

In de middeleeuwen werden lijfeigenen door hun heer GEKASTIJD.
A
uitgelachen
B
gememoreerd
C
gestraft

Slide 30 - Quizvraag

De DISCREPANTIE tussen wat hij zegt en wat hij doet, is wel meer mensen opgevallen.
A
afwijking, gebrek aan overeenstemming
B
onopvallend
C
overeenkomst

Slide 31 - Quizvraag

Ik denk niet dat dat helpt bij het IMPLEMENTEREN van deze strategie.
A
invoeren en in gebruik nemen
B
een gat vullen
C
uit je hoofd leren

Slide 32 - Quizvraag

Dit artikel verduidelijkt hoe je moet citeren en PARAFRASEREN in je proefschrift.
A
Het weergeven van de inhoud met andere woorden
B
scanderen
C
omzetten in andere vorm of ander formaat

Slide 33 - Quizvraag


KOM OP ADEM

Slide 34 - Tekstslide

OEFENEN
WOORDENSCHAT
DEEL II

Slide 35 - Tekstslide

Tijdens deze lessen wordt de CONTEMPORAINE geschiedenis in chronologische volgorde behandeld.
A
sociale
B
hedendaagse
C
culturele

Slide 36 - Quizvraag

Ze mag er dan FRELE uitzien, maar ze is sterker dan je denkt!
A
broos
B
adellijk
C
verward

Slide 37 - Quizvraag

Wetenschappers staan voor een groot raadsel, nu ze een MINUSCUUL deeltje hebben gemeten.
A
heel klein
B
ovaal
C
bol

Slide 38 - Quizvraag

De IMMATERIELE schade valt niet te berekenen
A
schade aan spullen, goederen etc.
B
geestelijke
C
economische

Slide 39 - Quizvraag

Ook hier geldt natuurlijk het ADAGIUM 'voorkomen is beter dan genezen.'
A
voorstel
B
pleidooi
C
spreuk, motto

Slide 40 - Quizvraag

LAATSTE 10 MINUTEN KLASSIKAAL SPELLEN!

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Link

OEFENEN
WOORDENSCHAT

Slide 43 - Tekstslide

Hopelijk biedt dat enig SOELAAS.
A
koekje
B
winst
C
troost

Slide 44 - Quizvraag

Hij had weinig SCRUPULES bij dat soort zaken.
A
lacunes
B
gewetensbezwaren
C
mogelijkheden

Slide 45 - Quizvraag


LAATSTE VRAAG:

Slide 46 - Tekstslide


Is lezen belangrijk?
A
JA
B
NEE

Slide 47 - Quizvraag

Slide 48 - Tekstslide

Slide 49 - Tekstslide

Uitslag: 
6 fout of meer: 1F
4-5 fout: 2F
2-3 fout: 3F 
0-1 fout: 4F 

Slide 50 - Tekstslide