Zeestromingen

Toetsweek die uitgesteld wordt is
A
ontzettend vervelend
B
Fijn
C
Middelmatig enthousiast hierover
D
anders, namelijk:
1 / 23
volgende
Slide 1: Quizvraag
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Toetsweek die uitgesteld wordt is
A
ontzettend vervelend
B
Fijn
C
Middelmatig enthousiast hierover
D
anders, namelijk:

Slide 1 - Quizvraag

Slide 2 - Tekstslide

Zeestromingen

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
  • De Zeestromen op aarde kunnen verklaren.
  • Beschrijven hoe de thermohaline circulatie werkt.

Slide 4 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen passaatwinden en de moessonwinden

Slide 5 - Open vraag

Een moesson is een passaat die de evenaar kruist en vervolgens van richting verandert.

Moesson = Een periodiek veranderende wind

Slide 6 - Tekstslide

Zeestromen
Volgen de richting van de overheer-sende winden
 

Slide 7 - Tekstslide

Oceanische circulatie
Naast de invloed van de wind, is er nog een andere manier waarop de zeestromen op gang komen:

Verschillen in temperatuur en zoutgehalte
=
Thermohaliene circulatie

Slide 8 - Tekstslide

Zeestromen
  • Zeestromen volgen de overheersende windrichting! (althans aan de oppervlakte)
  • Warme zeestromen (vanuit een warm gebied
  • Koude zeestromen (vanuit een koud gebied)

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Thermohaliene circulatie
Thermo = temperatuur
Haliene = zoutgehalte

Slide 11 - Tekstslide

Thermohaliene circulatie
1. Water rond de tropen wordt sterk verwarmd door de zon
2. Er verdampt veel water (Water wordt dus zouter)
3. Water stroomt naar NW Europa en koelt af
4. Deels bevriest water (Water wordt nog zouter)
5. Water wordt zo zwaar dat het naar de diepte zakt bij IJsland
6. Als dieptestroom stroomt het terug naar de polen
7. Door opwelling komt het water weer boven

Belangrijk begrip: -> Diepwaterpomp: Hier waar de warme stroming naar beneden zakt en daardoor een diepe koude stroom richting de evenaar stuurt


Slide 12 - Tekstslide

Dichtheidsverschil drijft zeestromingen aan
Koud water heeft een Hoger dichtheid dan warm water. Zout water heeft een hogere dichtheid dan zoet water.
-> warm stijgt en koud zakt

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Wat gebeurt er met de thermohaliene circulatie wanneer de ijskap bij Groenland (noordpool) zou smelten?

Slide 15 - Open vraag

          Aangeven welke invloed atmosferische circulatie en zeestromen hebben op klimaat- en landschapsgebieden
  • Warme zeestroom: zorgt voor warmte, regen en ijsvrijehavens tot aan Moermansk toe

  • Koude zeestroom: zorgt voor extra koud klimaat. In subtropen: voorkomen woestijnen; koude zeewater koelt de lucht erboven af, waardoor deze weinig vocht kan vasthouden.

Slide 16 - Tekstslide

Droogte in Chili
(Atacama woestijn)
Droogte komt door:
  • Subtropisch hogedrukgebied
  • Humboldtstroom (zeestroom)
  • Het andesgebergte

Slide 17 - Tekstslide

 Aantekening Oceaan- en zeestromen
Oceanische circulatie: bestaat uit warme oppervlaktestromen en koude dieptestromen Oorzaken:
1. Grote windsystemen: drijven zeestromen aan
2. Thermohaline circulatie op gang gebracht door wegzakken koud en zout water bij diepwaterpomp
Klimaatinvloed oceanische circulatie:
1. Grote invloed temperatuurverdeling door transport/energie warmte van evenaar
- warme golfstroom: transporteert warmte van evenaar richting pool
- koude golfstroom: bij pool afgekoeld water stroomt richting evenaar
2. Zeestroom heeft verwarmende of verkoelende werking langs kust (bijv. Ned.)



Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

Slide 23 - Link