Paragraaf 2.3 Oceaan- en zeestromen

Hoe realistisch is dit?
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoe realistisch is dit?

Slide 1 - Tekstslide

3.3 Zeestromen en klimaatgebieden - 
in 1 les


H3 Endogene en exogene krachten
Domein aarde
4 vwo

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
1. Kennischeck 3.1 & 3.2 door bespreken opdrachten
2. Je kent de werking en het belang van de thermohaline circulatie. 

Slide 3 - Tekstslide

Bespreken opdracht 3.1+3.2
Opdracht 3.1: 2a, 3b, 4c
Opdracht 3.2: 3a, 4a, 4c, 5a, 5e

Slide 4 - Tekstslide

Teken de aarde (rondje) en teken de
huidige ligging vd ITCZ en deel de foto
timer
1:30

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Verklaar de enorme hoeveelheid
neerslag in Mumbai mbv
het begrip 'moesson'
timer
1:00

Slide 7 - Open vraag

HH: Mondiale windsysteem

Principe: warme lucht kan meer waterdamp bevatten dan koude lucht. Het ' te veel' aan waterdamp condenseert (=wordt water) = neerslag

Lage druk (hier gaat wind naar toe):

lucht stijgt - wolk - koelt af - waterdamp condenseert (wolk) - neerslag

Hoge druk (hier gaat wind weg):

lucht daalt - wordt warmer - waterdamp lost op - droog

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Herverdeling warmte
Atmosferische en oceanische circulatie

Atmosferische circulatie logisch
Maar hoe werkt dit met de oceanische circulatie?

Slide 10 - Tekstslide

Zeestromen

Slide 11 - Tekstslide

Wat valt je op? (bron 15)

Slide 12 - Tekstslide

Oceanische circulatie
aangedreven door de atmosferische circulatie

  • Warme zeestroom: van evenaar naar polen
  • Koude zeestroom: van polen richting evenaar

Slide 13 - Tekstslide

Wat valt op aan het water nabij woestijnen?

Slide 14 - Tekstslide

0

Slide 15 - Video

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

          aantekening welke invloed atmosferische circulatie en zeestromen hebben op klimaat- en landschapsgebieden
  • Warme zeestroom: zorgt voor warmte, regen en ijsvrijehavens tot aan Moermansk toe

  • Koude zeestroom: zorgt voor extra koud klimaat. In subtropen: voorkomen woestijnen; koude zeewater koelt de lucht erboven af, waardoor deze weinig vocht kan vasthouden.

Slide 20 - Tekstslide

Stel op basis van het filmpje minimaal drie vuistregels op t.a.v. zeestromen

Slide 21 - Open vraag

0

Slide 22 - Video

Oceanische circulatie
De overheersende winden in een bepaald gebied brengen ook het zeewater in beweging. Deze oceanische circulatie beweegt dus met de wind mee. 
De andere manier waarop oceaanwater in beweging komt is het verschil in zoutgehalte, de warme golfstroom is een voorbeeld van zo'n thermohaline stroming.

Slide 23 - Tekstslide

Thermohaline circulatie

Slide 24 - Tekstslide

Thermohaline circulatie
Thermo:
Koud water heeft een hogere dichtheid, dus is zwaarder. 

Haline:
Warm zeewater iets zouter, want meer verdamping.
Zout water is zwaarder.



Slide 25 - Tekstslide

Thermohaline stroming
Van energieoverschot naar -tekort, dus van .. breedte naar ... breedte.

Onderweg:

- verdampt water, blijft meer zout (haline..) in water achter, dus wordt zwaarder

- wordt water kouder (thermo..) dus zwaarder

Zwaarder water zakt (afzinkgebied) en stroomt als dieptestroom terug naar warmere gebieden.

Dit zijn dus thermohaline zeestromen

Slide 26 - Tekstslide

Toegepast


  • Warme golfstroom, bevat meer zout.
  • Stroomt naar Noordwest Europa, koelt af. 
  • Zakt weg bij IJsland (diepwaterpomp) en stroomt als dieptestroom terug.
  • Water welt op bij diepzeetroggen vanwege aflandige wind. 

Slide 27 - Tekstslide

Zelfstandig aan de slag met 3.3
HW was: 3.2 1 t/m 5 af - kijk alles met aandacht na
Maakwerk 3.3: 1, 2, 3bcd, 4
Nu in de les -> morgen les over 3.4!

Slide 28 - Tekstslide