Bg2 les 2: verslaving

• BG2
• MBO
• Studiejaar 2

BG2 week 2

Aan het einde van de les kun je:

• benoemen wat verslavingsproblematieken zijn
  
• benoemen welke verslavingsproblematieken er zijn
  
• benoemen wat je rol is als MZ'er

Waar denk je aan bij het woord verslaving?

Waar kun je verslaafd aan raken?

Opdracht 1 (15 min)

• Lees individueel de casus die je als groep je krijgt.
• Bespreek (geen devices) je eerste ideeën bij deze casus
• Schrijf vragen op die je heb

Stap 2 (15 min)

Welke vragen heb je aan de groep en docent over deze casus?

Opdracht 2 (30 min)

Als groep beantwoorden jullie de vragen onder de casus in de vorm van een collage of poster. Geef daarbij ook meer uitleg over de verslaving uit de casus.

Wat is de DSM-5?

Wat is de DSM-5?

Diagnostical and statistical manual of mental disorders

American Psychiatric Association (APA)

Wanneer ben je verslaafd

aan middelen?

• Twee of drie criteria: milde stoornis 
• Vier of vijf criteria: gematigde stoornis 
• Zes of meer criteria: ernstige stoornis

De 11 criteria zijn:

1. Vaker en in grotere hoeveelheden gebruiken dan je van plan was.
   
2. Mislukte pogingen om te minderen of te stoppen.
   
3. Het verkrijgen of gebruiken van het middel en het herstellen van gebruik kosten veel tijd.
   
4. Sterk verlangen om te gebruiken.
   
5. Door gebruik tekortschieten op het werk, school of thuis.
   
6. Blijven gebruiken ondanks dat het problemen meebrengt in het sociale of relationele vlak.
   
7. Door gebruik opgeven of sterk verminderen van hobby’s, sociale activiteiten of werk.
   
8. Voortdurend gebruik, zelfs wanneer je daardoor in gevaar komt.
   
9. Voortdurend gebruik ondanks het gebruik  problemen met zich mee brengt of verergert.
   
10. Grotere hoeveelheden nodig hebben om het effect nog te voelen oftewel tolerantie.
    
11. Optreden van onthoudingsverschijnselen, die minder hevig worden door meer te gebruiken.

Gedragsverslavingen

• Eetverslaving
  
• Seks (/porno) verslaving
  
• Gokverslaving
  
• Gameverslaving
  
• Werkverslaving
  
• Koopverslaving
  
• Internetverslaving
  
• Social media verslaving  

Wanneer ben je verslaafd

aan games/ telefoon/ porno/ gokken/ shoppen?

• Preoccupatie
• Ontwenningssymptomen
• Tolerantie
• Minderen lukt niet
• Vermindering interesses
• Voortzetten excessief gebruik
• Minimalisatie en manipulatie
• Escapisme
• Problemen in offline leven

Rol van MZ'er bij verslavingen

1. Signaleren

2. Doorverwijzen

3. Ondersteuning in dagelijkse leven

Opdracht 3

Pas jullie collage/ poster aan naar aanleiding van de aanvullende informatie.

Dilemma Jan:

De situatie van Jan verergerd. Zijn gezondheid gaat door zijn gebruik hard achteruit en de dementie wordt ernstiger. Mogelijk is er ook sprake van Korsakov. De familie van Jan dringt er bij jou op aan om dwangmaatregelen te nemen. 

Wat doe je?

Dilemma Tom:

Stel, Tom is niet 19, maar 16. Hij dringt er op aan dat zijn cannabisgebruik niet wordt gedeeld met zijn ouders. 

Wat doe je?

Dilemma Anna:

Anna is geïsoleerd geraakt van haar omgeving. Ze heeft, buiten haar gezin, met niemand echt contact. Ze wil dit ook absoluut niet, want ze schaamt zich voor haar problemen. Jij denkt dat uitbreiding van haar netwerk goed zou zijn voor haar. 

Wat doe je?

Aan het einde van de les kun je:

• benoemen wat verslavingsproblematieken zijn
  
• benoemen welke verslavingsproblematieken er zijn
  
• benoemen wat je rol is als MZ'er