Delier

Delier 
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Delier 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Delier
  • Wat is een delier?
  • Symptomen
  • Oorzaken
  • Onderzoek en diagnose
  • Behandeling

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over een
Delier?

Slide 3 - Woordweb

Waar denk je aan bij het woord delier? Heb je er eerder over gehoord?

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Maak de kennisquiz:
https://watdoejebijdelier.nl/static/story_html5.html 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke leervragen hebben jullie over delier?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

  • Een acute, voorbijgaande, wisselend verlopende psycho-organische stoornis. Gekenmerkt door het falen van het cerebrale metabolisme. Op basis van een somatische aandoening of intoxicatie.
Wat is een delier?

Slide 7 - Tekstslide

Het falen van het cerebrale metabolisme verwijst naar een situatie waarin de hersenen niet in staat zijn om voldoende energie te produceren of te gebruiken om normaal te functioneren
Soorten delier 
  • Hyperactief delier
  • Hypoactief delier
  • Gemengde vorm
Hyperactief delier
Hypoactief delier 
Agitatie
Apathie
Agressie
Sufheid en traagheid
Motorische onrust
Desoriëntatie
Hallucinaties
Hallucinaties
Wanen
Stoornis in het kortetermijngeheugen
Desoriëntatie
Stoornis in het kortetermijngeheugen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

soorten delier (vervolg)
Chronisch delier:
probleem is niet te behandelen waardoor het delier steeds terug komt.
Acuut delier:
duurt maar enkele uren of dagen
Persisterend delier:
duurt weken of zelfs maanden
Terminaal delier:
treedt op vlak voordat iemand overlijdt.
kenmerken zijn: schokken, drang om te bewegen, plukken en kreunen schreeuwen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke symptomen ken je van een delier?

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Herkennen delier

Het is belangrijk om een delier zo vroegtijdig mogelijk te herkennen. Hieronder een aantal verschijnselen die kunnen wijzen op een beginnende delier ook wel prodromale verschijnselen genoemd:
-> slapeloosheid 
-> levendige dromen of nachtmerries
-> illusies
-> korte, maar nog wel te corrigeren, momenten van desoriëntatie
-> moeite met denken
-> rusteloos gevoel
-> angst en agitatie

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DOS


Gebruik de Delerium Observatie Screening SchaaL (DOSS) om op een systematische wijze vroegtijdige de symptomen van het delier te observeren en registreren.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Symptomen bij een Delier 
  • Psychiatrische klachten;
  • Bewustzijnsstoornissen;
  • Verstoord dag- en nachtritme;
  • Verstoorde oriëntatie;
  • Onlogisch denken;
  • Problemen met begrijpen en spreken;
  • Hallucinaties;
  •  Sterke stemmingswisseling;
  • Ontregeling van de motorische activiteit;
  • Lichamelijke klachten;
  • Aanwijzingen van een infectie;
  • Verwardheid of slaapstoornissen;
  • Paniekaanvallen en angststoornissen.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kies dementie, depressie of delier
  1. De symptomen beginnen plotseling en kunnen sterk fluctueren gedurende de dag.
  2. De persoon heeft moeite met het onthouden van recente gebeurtenissen, maar herinnert zich nog wel oude herinneringen.
  3. De persoon voelt zich langdurig somber en heeft geen interesse meer in activiteiten die hij/zij vroeger leuk vond.
  4. De symptomen verergeren vaak in de avond en nacht, en de persoon kan hallucinaties ervaren.
  5. De persoon heeft een geleidelijke achteruitgang in cognitieve functies, zoals geheugen en taal.
  6. De persoon heeft vaak schuldgevoelens en een laag zelfbeeld.
  7. De symptomen kunnen worden veroorzaakt door een acute medische aandoening, zoals een infectie of medicatie.
  8. De persoon heeft moeite met dagelijkse activiteiten en vertoont vaak verward gedrag.
  9. De persoon heeft een verlies van interesse in zelfzorg en sociale interacties.
  10. De symptomen kunnen verbeteren wanneer de onderliggende oorzaak wordt behandeld.

Slide 14 - Tekstslide

1. delier
2. dementie
3. depressie
4. delier
5. dementie
6. depressie
7. delier
8. dementie
9. depressie
10 delier 

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke verpleegkundige acties/aandachtspunten zijn er voor de zorg rondom zorgvragers met een delier?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omgangsadviezen Delier

Korte, duidelijke zinnen, wees concreet
Controleer of je begrepen wordt
Leg uit welke geluiden te horen zijn en wat dat is
Verklaar de verwardheid
Niet meegaan in hallucinaties
Bij agressie: rust, vriendelijkheid, neutraliteit, zo nodig beschermende maatregelen

In contact letten op oogcontact
Bij de naam noemen
Op oogniveau gaan zitten
Leg uit wie je bent en wat je gaat doen
Vertel de dag en het tijdstip
Leg uit waar de patiënt is
Ondersteunen van de realiteit en de oriëntatie (kalender, klok ,krant)
Emotionele ondersteuning
Prikkeldosering
In ziekenhuis: eenpersoonskamer
Foto’s van bekenden
Let op bril en gehoorapparaat


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dehydratie

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de betekenis van dehydratie?
A
Een teveel aan vocht in het lichaam.
B
Een gebrek aan vitamines.
C
Een overmatige dorst.
D
Een tekort aan vocht in het lichaam.

Slide 20 - Quizvraag

Je hebt 3 vormen:
  • hypertone dehydratie: het waterverlies is groter dan het zoutverlies (dit komt vaak voor bij infecties of tijdens hitteperioden)
  • isotone dehydratie: een evenredig verlies aan water en zout (bijvoorbeeld als gevolg van braken en diarree)
  • hypotone dehydratie: het zoutverlies is groter dan het waterverlies (bijvoorbeeld als gevolg van diureticagebruik)

Wat zijn kenmerken van dehydratie?
A
Droge mond en lippen, vermoeidheid, duizeligheid.
B
Sterke spierontwikkeling, heldere ogen, rustige ademhaling.
C
Rode wangen, overmatige energie, overmatig zweten.
D
Glimmende huid, overmatige dorst, overmatige honger.

Slide 21 - Quizvraag

  • hoofdpijn
  • sufheid, 
  • een lage bloeddruk, 
  • droge tong en slijmvliezen, 
  • een verslechterde spraak met verslikkingsgevaar, 
  • een afgenomen huidturgor en 
  • urineproductie, 
  • ingezonken ogen en gewichtsafname (≥1kg per dag)
  • spierzwakte, vermoeidheid
  • schiferige huid
  • slechte uitscheiding van afvalstoffen (medicatie hoopt zich op!)

Wat zijn mogelijke gevolgen van dehydratie?
A
Verhoogde concentratie, verbeterde spijsvertering, verhoogde lichaamstemperatuur.
B
Nierproblemen, flauwvallen, verminderde fysieke prestaties.
C
Verminderde eetlust, verhoogde dorst, verhoogde urineproductie.
D
Verbeterde concentratie, verhoogde energie, verbeterde spierontwikkeling.

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel procent van het lichaam bestaat uit water?
A
Ongeveer 40% van het lichaam.
B
Ongeveer 20% van het lichaam.
C
Ongeveer 80% van het lichaam.
D
Ongeveer 60% van het lichaam.

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn veranderingen die een oudere meer kwetsbaar maken voor uitdroging?
A
Verminderde nierfunctie
B
Verminderde dorstprikkel
C
Verminderde beweging
D
Verhoogde nierfuntie

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak de opdrachten in Thiemen

Verpleeg-, verzorgingshuizen, thuiszorg 1 n4
Module 3 Zorgvragers met psychogeriatrische aandoeningen
12
Oudere zorgvragers met een delier

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 26 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat vonden jullie van de lesvorm?

Slide 27 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat vonden jullie van de lesvorm?

Slide 28 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies