vragen par 2

3.2 Reactieverlijkingen
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

3.2 Reactieverlijkingen

Slide 1 - Tekstslide

Reactievergelijking of reactieschema?

Een chemische reactie wordt weergegeven in een reactieschema of reactievergelijking.

beginstoffen  -->  reactieproducten

Slide 2 - Tekstslide

Reactieschema

Een reactieschema is in woorden. 
Reactievergelijking

Een reactievergelijking is in formules

Slide 3 - Tekstslide

3.2 Reactievergelijking

Slide 4 - Tekstslide

3.2 Reactievergelijking
Samen oefenen!
Koolstof reageert met zuurstof, er ontstaat koolstofdioxide.
1) Geef het reactieschema van deze reactie.
koolstof + zuurstof --> koolstofdioxide
zuurstof + koolstof --> koolstofdioxide
2) Geef de kloppende reactievergelijking van deze reactie.
C + O2 --> CO2

Slide 5 - Tekstslide

4.2 Reactievergelijking
Samen oefenen!
Water ontleedt in waterstof en zuurstof.
1) Geef het reactieschema van deze reactie.
water --> waterstof + zuurstof 
2) Geef de kloppende reactievergelijking van deze reactie.
2 H2O --> 2 H2 + O2

Slide 6 - Tekstslide

3.2 Reactievergelijking
Samen oefenen met reactieverlijkingen kloppend maken!



Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

3.2 Reactievergelijking
Oefenen met kloppend maken van een reactievergelijking;

https://phet.colorado.edu/sims/html/balancing-chemical-equations/latest/balancing-chemical-equations_nl.html



Slide 9 - Tekstslide


In dit reactieschema is koperchloride...
A
de beginstof.
B
het reactieproduct.

Slide 10 - Quizvraag

Wat zijn de reactieproducten in dit reactieschema?
A
Ijzer en water
B
Ijzer, water en zuurstof
C
Roest
D
Ijzer, water, zuurstof en roest

Slide 11 - Quizvraag

Hoe stel je een reactieschema op?
A
Beginstoffen voor de pijl, reactieproducten na de pijl
B
Reactieproducten voor de pijl, beginstoffen na de pijl

Slide 12 - Quizvraag

Een reactieschema geef je in:
A
woorden
B
formules

Slide 13 - Quizvraag

Wat was ook alweer een reactievergelijking?
A
reactie + product --> stof
B
reactiestof --> beginstof
C
product --> stof
D
beginstof --> product

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de index van zuurstof, in de reactievergelijking?
A
5
B
2
C
4
D
10

Slide 15 - Quizvraag

Reactievergelijking is geschreven in symbolen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Wanneer is een reactievergelijking kloppend....
A
als het aantal atomen van elke atoomsoort voor en na de reactie NIET aan elkaar gelijk zijn.
B
als het aantal atomen van elke atoomsoort voor en na de reactie aan elkaar gelijk zijn.

Slide 17 - Quizvraag

Maak de reactievergelijking kloppend
...Mg(s)+...HCl(aq)...MgCl2(aq)+...H2(g)
A
2 4 2 2
B
2 1 1 2
C
1 2 1 2
D
1 2 1 1

Slide 18 - Quizvraag

Maak de reactievergelijking kloppend

4Fe+.....O22Fe2O3
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 19 - Quizvraag

Maak de reactievergelijking kloppend

A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 20 - Quizvraag

Kenmerken van een chemische reactie zijn:
A
Stofeigenschappen veranderen
B
reactietemperatuur nodig
C
exotherm/endotherm
D
Massa van beginstoffen is gelijk aan de massa van de reactieproducten

Slide 21 - Quizvraag

Maak een reactieschema: 
Beginstoffen 
Reactieproducten 

Slide 22 - Sleepvraag

1. Maak een reactieschema: 
+
Witte fosfor (s)
Zuurstof (g)
difosforpentaoxide 

Slide 23 - Sleepvraag

2.  zet om in formules 
+
+
Witte fosfor (s) 
zuurstof (g)
difosforpentaoxide (s)

Slide 24 - Sleepvraag

2.  zet om in formules 
+
+
Witte fosfor (s) 
zuurstof (g)
difosforpentaoxide (s)
  • Niet ontleedbare stoffen:
     Clair Fietst Naar Haar Oma In Breda

Slide 25 - Sleepvraag

3.  Maak de reactievergelijking kloppend 
+
+
Witte fosfor (s) 
zuurstof (g)
difosforpentaoxide (s)
1
1
1
2
2
2
3
3
3
4
5
4
4
5
5

Slide 26 - Sleepvraag

Reactievergelijkingen opstellen 
Meestal zijn niet direct alle formules gegeven, maar moet je het zelf opstellen aan de hand van informatie in de tekst. 
Werkwijze: Lees hierbij goed wat voor en na de pijl moet!
  1. Stel een reactieschema op (stofnamen en toestandsaand.)
    bv. stikstof (g) + waterstof (g) -> ammoniak (g).
  2. Zet om in formules. Bv. 
  3. Kloppend maken (voor en na de pijl even veel). Bv. 

Slide 27 - Tekstslide

1. Maak een reactieschema: 
+
+
Waterstofperoxide (l)
Water (l)
Zuurstof (g)

Slide 28 - Sleepvraag

2.  zet om in formules 
+
+
Waterstofperoxide (l)
zuurstof (g)
Water (l)

Slide 29 - Sleepvraag

3.  Maak de reactievergelijking kloppend 
+
1
1
1
2
2
2
3
3
3
4
5
4
4
5
5

Slide 30 - Sleepvraag

Aan de slag!
Huiswerk:



Slide 31 - Tekstslide