11.6 Afweer

11.6 Afweer
Thema 11 Transport en afweer
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

11.6 Afweer
Thema 11 Transport en afweer

Slide 1 - Tekstslide

Wat weten we al?

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen 11.5
  • Je kunt de gevolgen van hart- en vaatziekten noemen.
  • Je kunt aangeven hoe je de kans op hart- en vaatziekten kunt verkleinen.

Slide 3 - Tekstslide

Begrippen 11.5
  • Hartinfarct
  • Hartritme
  • Hartritmestoornis

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen 11.6
  • Je kunt beschrijven hoe je je tegen ziekteverwekkers kunt beschermen.
  • Je kunt het belang uitleggen van inentingen en antibiotica.

Slide 5 - Tekstslide

Ziekteverwekkers
In afbeelding 1 zie je zwemmerseczeem, deze infectie wordt veroorzaakt door een schimmel.
In afbeelding 2 zie je een spoelworm waarvan je ziek kunt worden.
Virussen, bacteriën, schimmels en dieren die je ziek kunnen maken, noem je ziekteverwekkers.
Ook van bepaalde stoffen kun je ziek worden.

Slide 6 - Tekstslide

Afweer
  • Je lichaam verdedigt zich tegen ziekteverwekkers. Deze verdediging noem je afweer.
  • Ziekteverwekkers kunnen niet door de huid heen.
  • Talg in de huid zorgt ervoor dat schimmels niet goed op de huid groeien.
  • Heb je een wond, dan kunnen ziekteverwekkers wel in je lichaam komen.
  • Door een steek van een insect kunnen ziekteverwekkers binnendringen.
  • In je lichaam zitten slijmvliezen, deze beschermen ook tegen ziekteverwekkers. Speeksel dood bijvoorbeeld bacteriën.

Slide 7 - Tekstslide

Infectie
  • Als ziekteverwekkers het lichaam binnendringen, heb je een besmetting opgelopen.
  • Als de ziekteverwekkers zich in het lichaam gaan vermeerderen, heb je een infectie.
  • Je lichaam kan de temperatuur laten stijgen, je hebt koorts. Ziekte verwekkers kunnen zich hierdoor minder goed vermenigvuldigen.
  • Door goede hygiëne verklein je de kans op besmetting.
  • Was dus regelmatig je handen, doe dit altijd na een toiletbezoeken en voordat je gaat eten.

Slide 8 - Tekstslide

Afweer door witte bloedcellen
  • Er zijn verschillende soorten witte bloedcellen.
  • Sommige kunnen bacteriën insluiten en doden.
  • Andere maken antistoffen, dit zijn eiwitten die zich aan een ziekteverwekker hechten, waardoor die onschadelijk wordt.

Slide 9 - Tekstslide

Immuun
  • Sommige ziekteverwekkers kunnen je maar één keer ziek maken. De witte bloedcellen leren de eerste keer welke antistoffen ze moeten maken. 
  • Bij een tweede infectie kunnen ze gelijk veel van deze antistoffen maken.
  • Je bent dan immuun.
  • Er zijn veel verschillende antistoffen, ieder type antistof kan maar één type ziekteverwekker onschadelijk maken.
  • Sommige ziekteverwekkers veranderen soms een beetje van vorm.
  • Het verkoudheidsvirus verandert steeds een beetje, daarom kun je meerdere keren verkouden worden.

Slide 10 - Tekstslide

Antibiotica
Door een infectie kun je ziek worden.
Een arts kan dan medicijnen voorschrijven.
Veel infecties worden door bacteriën veroorzaakt.
Bacteriën kunnen worden bestreden met antibiotica.
Antibiotica zijn stoffen die bacteriën kunnen doden.
Virussen, schimmels en dieren gaan niet dood door antibiotica.
Een bekend antibioticum is penicilline.

Slide 11 - Tekstslide

Inentingen
Vroeger stierven veel kinderen aan een kinderziekte. Nu gebeurt dit weinig, doordat kinderen worden ingeënt.
Bij een inenting word je geïnjecteerd met dode of verzwakte ziekteverwekkers. Je wordt er niet echt ziek van, maar je witte bloedcellen leren wel antistoffen te maken. 
Een aantal bekende inentingen zijn:
  • BMR-inenting (bof, mazelen en rodehond)
  • DKTP-inenting (difterie, kinkhoest, tetanus en polio)
  • HPV (virus wat baarmoederhalskanker kan veroorzaken)

Slide 12 - Tekstslide

Begrippen 11.6
  • Afweer
  • Antibiotica
  • Antistof
  • Immuun
  • Inenting
  • Infectie
  • Koorts

Slide 13 - Tekstslide

Ik kan nu
  • Je kunt beschrijven hoe je je tegen ziekteverwekkers kunt beschermen.
  • Je kunt het belang uitleggen van inentingen en antibiotica.

Slide 14 - Tekstslide

Aan het werk!
Maken opdrachten 11.6: 1 t/m 7
Klaar?
Laten checken bij docent, bij goedkeuring nakijken.
Klaar?  Werk laten zien aan docent.
Veel fout? -> Maken test jezelf 11.6
Veel goed? -> Maken Samenhang H11

 

timer
25:00

Slide 15 - Tekstslide