B1 Genotype en fenotype

Thema 3
Erfelijkheid 
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Thema 3
Erfelijkheid 

Slide 1 - Tekstslide

Basisstof 1 

Genotype en fenotype

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je weet wat een gen is
  • Je kent de begrippen geslachtschromosomen en geslachtscellen en de koppeling
  • Je kent het verschil tussen genotype en fenotype 

Slide 3 - Tekstslide

''Dat rode haar heb je van oma''

''zij heeft de ogen van haar vader'' 

''Wat lijk je toch op je moeder''

''Jij en je broer hebben dezelfde neus''

Slide 4 - Tekstslide

Genotype= De erfelijke eigenschappen die in genen vastliggen
Fenotype= jouw uiterlijk, hoe je eruit ziet
Genotype= De erfelijke eigenschappen die in genen vastliggen.

Fenotype= jouw uiterlijk, hoe je eruit ziet.

Slide 5 - Tekstslide

Genotype
Je genotype bestaat uit duizenden eigenschappen



De informatie van erfelijke eigenschappen ligt in het DNA in de celkernen

Slide 6 - Tekstslide

DNA ligt in chromosomen

Slide 7 - Tekstslide

Chromosomenparen
De chromosomen van één cel van een vrouw 
46 chromosomen die paren vormen 

Slide 8 - Tekstslide

Chromosomenparen
23 chromosomenparen

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Chromosomen bij andere organismen

Slide 12 - Tekstslide

Fenotype 
Het fenotype kan altijd veranderen door invloeden uit de omgeving

Bijvoorbeeld;
*haren verven 
*bruin worden in de zomer 
*kleurlenzen dragen 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Hoe komt het fenotype tot stand?

Slide 15 - Tekstslide