Zelfzorg Les 3- week van 20 februari


Fase 2
Module: Zelfzorg- Basiszorg
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les


Fase 2
Module: Zelfzorg- Basiszorg

Slide 1 - Tekstslide

Aanwezigheidsregistratie

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen



  • Je legt uit wat het doel is van de protocollen.

  • Je beschrijft de definitie van de volgende anatomische onderwerpen:













  • Chronische ziekten
  • Virussen
  • Bacteriële infecties
  • Besmettingen
  • Verschil tussen ziektebeeld
  • Beperking
  • Stoornis
  • Handicap
  • Aandoening 

Slide 3 - Tekstslide

THEORIE



Slide 4 - Tekstslide

Anatomische onderwerpen

Ziektebeeld: betekenis, symptomen, inhoud, proces van een ziekte.

Chronische ziekte: een aandoening die nooit meer (helemaal) overgaat. Denk aan; reuma, astma, hart- en vaatziekten.

Aandoening: alles wat afwijkt in het lichaam. Denk aan; kanker, diabetes, dementie.

Beperking: is een moeilijkheid of onmogelijkheid om bepaalde 'normale' menselijk activiteit uit te voeren. Denk aan; verstandelijke beperking.

Stoornis: wanneer een orgaan of lichaamsfunctie ontbreekt, afwijkingen vertoont, of beschadigd is, rekening houdend met de leeftijd van de persoon. Denk aan; autisme, syndroom van down.

Handicap: van een verlies van mogelijkheden op 'normale' wijze deel te nemen aan het maatschappelijk verkeer (activiteiten). Denk aan; dwarslaesie, na een ongeval in een rolstoel.
































Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Virussen zijn
A
Groter dan een bacterie
B
Veel kleiner dan een bacterie

Slide 7 - Quizvraag

Een virus staat uit
A
Een omhulsel
B
Een omhulsel en erfelijk materiaal
C
Erfelijk materiaal

Slide 8 - Quizvraag

Een virus bevat geen erfelijk materiaal
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Van een virus word je altijd ziek
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Een virus kan bij de mens binnen komen via
A
slijmvliezen
B
bloed
C
voedsel
D
alle drie zijn juist

Slide 11 - Quizvraag

Bacteriële infectie
  • Bacterie: eencellig plantje dat onder de microscoop te zien; staaf, rond. Een bacterie kan zelfstandig delen.

  • Bacteriële infectie: rood, pijn, zwelling, warm, gestoorde functie.

Slide 12 - Tekstslide

Besmetting
Niet altijd worden mensen ziek na een besmetting. De één is zelden ziek de ander vaak. Dat is geen toeval of je wel of niet ziek wordt, hangt af van: 
  • Virulentie (het ziekteverwekkend vermogen) van het micro-organisme, wat per micro-organisme verschilt.
  • Reactie van je immuunsysteem (afweersysteem) mogelijk het micro- organisame herkent en snel uitgeschakeld.
  • Persoonlijke weerstand door gezondheid, stress, oververmoeidheid.

Welke van de 3 onderdelen past het beste bij jou?

Slide 13 - Tekstslide

Nice to know.....
Veelvoorkomende infectieziekten MZ: 
  • Verkoudheid & griep;
  • Herpesvirus (koortsslip);
  • Herpes genetalis (soa);
  • Hepatitis (denk aan waarom je voor de Hep B wordt ingeënt);
  • Soa's: chlamydia infectie, hiv, aids;
  • MRSA: een bacterie dat veel in zorginstellingen als ziekenhuizen voorkomt;
  • Voedselvergiftiging en voedselinfecties;
  • Schimmelinfectie;

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag
Instructie:
  • Pak het boek Professional maatschappelijke zorg
  • Lees Thema 8. Protocollen en regels.




Slide 15 - Tekstslide

Protocollen & richtlijnen
Instructie:
  • Pak het boek Professional maatschappelijke zorg
  • Lees Thema 8. Protocollen en regels.




Slide 16 - Tekstslide

Wat is een protocol?

Slide 17 - Open vraag

Mag je afwijken van de stappen van een protocol?
A
Deels
B
Alleen in overleg
C
Nee
D
Ja

Slide 18 - Quizvraag

Wat is het doel van een protocol?
A
Kwaliteit verbeteren
B
Herhaling voorkomen
C
Preventie
D
Alle 3 de antwoorden zijn juist

Slide 19 - Quizvraag

Dagelijks voorkomende protocol

Hygiëneprotocol
In een hygiëneprotocol lees je de stappen voor specifieke persoonlijke verzorging. Neem als voorbeeld het protocol 'handen wassen'. Hierin lees en zie je stap voor stap welke handelingen je moet uitvoeren om je handen schoon te wassen.

Slide 20 - Tekstslide

Welke protocollen worden op he stage gehanteerd?/
Welke ken je zelf?

Slide 21 - Woordweb

Aan de slag weer...

Maken: Verwerkingsopdrachten Boomberoepsponderwijs
  • Boek Professional Maatschappelijke zorg:
  • Thema 8: Opdracht 3, 4, 5 6 en 7.

Tijd over?
 Lees de eindopdracht, rubrics en moduleplanning nogmaals en denk na over de huiswerkopdracht: Onderzoek welke algemene hygiëne maatregelen en protocollen m.b.t. (zelf)zorg en hygiëne er zijn op je stage.





Slide 22 - Tekstslide

Huiswerk


Informatie:
Bij de vaardigheidslessen zal je  protocollen die de docent je geeft voor het uitvoeren van de vaardigheden. Je werkt tijdens de vaardigheidslessen volgens de protocollen/regels die de vaardigheidsdocent heeft gegeven.

Uitvoeren op stage:
Onderzoek welke ziektebeelden op je stage voorkomen

Let op: Dit kun je gebruiken bij stap 1 van je eindopdracht gedragsobservatie op de BPV. 

Slide 23 - Tekstslide

Afsluiting



  • Je legt uit wat het doel is van de protocollen.

  • Je beschrijft de definitie van de volgende anatomische onderwerpen:













  • Chronische ziekten
  • Virussen
  • Bacteriële infecties
  • Besmettingen
  • Verschil tussen ziektebeeld
  • Beperking
  • Stoornis
  • Handicap
  • Aandoening 

Slide 24 - Tekstslide

AFSLUITING


BEDANKT voor je inzet! 

Slide 25 - Tekstslide