Zelfzorg Les 2


Fase 2
Module: Zelfzorg- Basiszorg
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les


Fase 2
Module: Zelfzorg- Basiszorg

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  1. AWR
  2. De vorige les
  3. Lesdoelen
  4. Theoretische gedeelte
  5. Aan de slag
  6. Afsluiting
  7. Huiswerk


Slide 2 - Tekstslide

Aanwezigheidsregistratie
Aanwezigheid zal door de docent geregistreerd worden. Aanwezigheid kan meerdere malen tijdens de les worden gedaan. Bij vroegtijdig verlaten van de les, zonder geldige reden, zal je op 'ongeoorloofd afwezig' staan. 

Ben je te laat? Geef dit dan door aan het einde van de les aan de docent. Dit is jouw verantwoordelijkheid. 

Slide 3 - Tekstslide

Hoeveel weken duurt de module Zelfzorg?
A
10 weken
B
11 weken
C
10,5 weken
D
20 weken

Slide 4 - Quizvraag

Uit hoeveel onderdelen bestaat de module zelfzorg?
A
2, namelijk theorie + praktijk
B
1 alleen praktijk

Slide 5 - Quizvraag

Hoe heet het werkproces dat bij deze module hoort
A
B1-K1-W2 ondersteunt de cliënt bij zelfredzaamheid
B
B1-K1-W2 ondersteunt de cliënt bij zelfstandigheid
C
B1-K1-W2 ondersteunt de cliënt bij zelfzorg
D
B1-K1-W2 ondersteunt de cliënt bij persoonlijke verzorging

Slide 6 - Quizvraag

De eerste en de herkansing van de module is op....?

Slide 7 - Open vraag

Lesdoelen



  • Je legt uit wat het doel is van de protocollen.

  • Je beschrijft de definitie van de volgende anatomische onderwerpen:













  • Chronische ziekten
  • Virussen
  • Bacteriële infecties
  • Besmettingen
  • Verschil tussen ziektebeeld
  • Beperking
  • Stoornis
  • Handicap
  • Aandoening 

Slide 8 - Tekstslide

THEORIE



Slide 9 - Tekstslide

Anatomische onderwerpen

Ziektebeeld: betekenis, symptomen, inhoud, proces van een ziekte.

Chronische ziekte: een aandoening die nooit meer (helemaal) overgaat. Denk aan; reuma, astma, hart- en vaatziekten.

Aandoening: alles wat afwijkt in het lichaam. Denk aan; kanker, diabetes, dementie.

Beperking: is een moeilijkheid of onmogelijkheid om bepaalde 'normale' menselijk activiteit uit te voeren. Denk aan; verstandelijke beperking.

Stoornis: wanneer een orgaan of lichaamsfunctie ontbreekt, afwijkingen vertoont, of beschadigd is, rekening houdend met de leeftijd van de persoon. Denk aan; autisme, syndroom van down.

Handicap: van een verlies van mogelijkheden op 'normale' wijze deel te nemen aan het maatschappelijk verkeer (activiteiten). Denk aan; dwarslaesie, na een ongeval in een rolstoel.
































Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Virussen zijn
A
Groter dan een bacterie
B
Veel kleiner dan een bacterie

Slide 12 - Quizvraag

Een virus bestaat uit
A
Een omhulsel
B
Een omhulsel en erfelijk materiaal
C
Erfelijk materiaal

Slide 13 - Quizvraag

Een virus bevat geen erfelijk materiaal
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Van een virus word je altijd ziek
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Een virus kan bij de mens binnen komen via
A
slijmvliezen
B
bloed
C
voedsel
D
alle drie zijn juist

Slide 16 - Quizvraag

Bacteriële infectie
  • Bacterie: eencellig plantje dat onder de microscoop te zien; staaf, rond. Een bacterie kan zelfstandig delen.

  • Bacteriële infectie: rood, pijn, zwelling, warm, gestoorde functie.

Slide 17 - Tekstslide

Besmetting
Niet altijd worden mensen ziek na een besmetting. De één is zelden ziek de ander vaak. Dat is geen toeval of je wel of niet ziek wordt, hangt af van: 
  • Virulentie (het ziekteverwekkend vermogen) van het micro-organisme, wat per micro-organisme verschilt.
  • Reactie van je immuunsysteem (afweersysteem) mogelijk het micro- organisame herkent en snel uitgeschakeld.
  • Persoonlijke weerstand door gezondheid, stress, oververmoeidheid.

Welke van de 3 onderdelen past het beste bij jou?

Slide 18 - Tekstslide

Nice to know.....
Veelvoorkomende infectieziekten MZ: 
  • Verkoudheid & griep;
  • Herpesvirus (koortsslip);
  • Herpes genetalis (soa);
  • Hepatitis (denk aan waarom je voor de Hep B wordt ingeënt);
  • Soa's: chlamydia infectie, hiv, aids;
  • MRSA: een bacterie dat veel in zorginstellingen als ziekenhuizen voorkomt;
  • Voedselvergiftiging en voedselinfecties;
  • Schimmelinfectie;

Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag
Instructie:
  • Pak het boek Professional maatschappelijke zorg
  • Lees Thema 8. Protocollen en regels.




Slide 20 - Tekstslide

Protocollen & richtlijnen
Instructie:
  • Pak het boek Professional maatschappelijke zorg
  • Lees Thema 8. Protocollen en regels.




Slide 21 - Tekstslide

Wat is een protocol?

Slide 22 - Open vraag

Mag je afwijken van de stappen van een protocol?
A
Deels
B
Alleen in overleg
C
Nee
D
Ja

Slide 23 - Quizvraag

Wat is het doel van een protocol?
A
Kwaliteit verbeteren
B
Herhaling voorkomen
C
Preventie
D
Alle 3 de antwoorden zijn juist

Slide 24 - Quizvraag

Dagelijks voorkomende protocol

Hygiëneprotocol
In een hygiëneprotocol lees je de stappen voor specifieke persoonlijke verzorging. Neem als voorbeeld het protocol 'handen wassen'. Hierin lees en zie je stap voor stap welke handelingen je moet uitvoeren om je handen schoon te wassen.

Slide 25 - Tekstslide

Welke protocollen worden op he stage gehanteerd?/
Welke ken je zelf?

Slide 26 - Woordweb

Aan de slag weer...

Maken: Verwerkingsopdrachten Boomberoepsponderwijs
  • Boek Professional Maatschappelijke zorg:
  • Thema 8: Opdracht 3, 4, 5 6 en 7.

Tijd over?
 Lees de eindopdracht, rubrics en moduleplanning nogmaals en denk na over de huiswerkopdracht: Onderzoek welke algemene hygiëne maatregelen en protocollen m.b.t. (zelf)zorg en hygiëne er zijn op je stage.





Slide 27 - Tekstslide

Huiswerk


Informatie:
Bij de vaardigheidslessen zal je  protocollen die de docent je geeft voor het uitvoeren van de vaardigheden. Je werkt tijdens de vaardigheidslessen volgens de protocollen/regels die de vaardigheidsdocent heeft gegeven.

Uitvoeren op stage:
Onderzoek welke ziektebeelden op je stage voorkomen

Let op: Dit kun je gebruiken bij stap 1 van je eindopdracht gedragsobservatie op de BPV. 

Slide 28 - Tekstslide

Afsluiting



  • Je legt uit wat het doel is van de protocollen.

  • Je beschrijft de definitie van de volgende anatomische onderwerpen:













  • Chronische ziekten
  • Virussen
  • Bacteriële infecties
  • Besmettingen
  • Verschil tussen ziektebeeld
  • Beperking
  • Stoornis
  • Handicap
  • Aandoening 

Slide 29 - Tekstslide

AFSLUITING


BEDANKT voor je inzet! 

Slide 30 - Tekstslide

AFSLUITING


BEDANKT voor je inzet! 

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide