quizz pasen/lente
1 / 25
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
1. In welke maanden valt de lente
A
januari/ februari/ maart
B
februari/maart/april
C
maart/april/mei
D
april/mei/juni
Slide 2 - Quizvraag
2. Wat wordt er gevierd met Pasen?
A
dat carnaval voorbij is
B
opstaan van Jezus Christus
C
dat het over 7 weken pinksteren is
D
het sterven van Jezus Christus
Slide 3 - Quizvraag
3. Voordat het Pasen is, is er een tijd waarin katholieken toeleven naar dit feest.
hoelang duurt deze periode?
hoelang duurt deze periode?
A
7 dagen
B
10 dagen
C
40 dagen
D
50 dagen
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Video
5. Welk instrument wordt er in het begin van het filmpje gespeeld
A
trompet
B
dwarsfluit
C
harmonika
D
accordeon
Slide 6 - Quizvraag
6. Uit welk land komt de paus?
A
Italie
B
Nederland
C
Spanje
D
Amerika
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
7. Welk evenement wordt er jaarlijks op witte donderdag gehouden?
A
Lowlands
B
Pinkpop
C
The Passion
D
Rock Werchter
Slide 10 - Quizvraag
8. Waarom zijn er paasvuren?
A
oorspronkelijk om demonen te verjagen in de winter
B
omdat het vroeger kouder was dan nu
C
om de paaseieren te vernietigen
D
omdat de vreugde te vieren
Slide 11 - Quizvraag
11. Vieren wij Pasen ieder jaar op dezelfde dag
A
ja, het is altijd het eerste weekend van april
B
nee, dat hangt af van de stand van de maan
C
ja, dat is altijd op donderdag en vrijdag.
D
ja, dat staat zo vast op de kalenders.
Slide 12 - Quizvraag
15. Wat voor soort bloemenvelden zijn in Nederland het bekendste?
A
tulpenvelden
B
rozenvelden
C
orchideeen
D
hyacinten
Slide 13 - Quizvraag
Door wie is de Paashaas bedacht?
A
Georg Franck von Frackenau
B
Kinder Chocolat
C
Teu tonen
D
godin ostara
Slide 14 - Quizvraag
In welke stad, waar men gelooft dat Jezus werd gekruisigd, dragen mensen met Pasen een kruis door de straten?
A
Syrië
B
Turkije
C
Istanbul
D
Jeruzalem
Slide 15 - Quizvraag
Wat zegt Jezus als Hij na zijn opstanding verschijnt in het huis van Zijn vrienden? Ik geef je ……
Tekst
Slide 16 - Open vraag
18. De pastoor gaat voor en de dominee loopt met hem mee wat is de betekenis
A
altijd eerst de machtige mensen, dan de mindere mens
B
eerst de mindere mensen en dan de machtige mens
C
de dominee loopt voorop en de mindere mensen lopen erachter.
D
de dominee is de machtigste persoon dus mag altijd voorop.
Slide 17 - Quizvraag
Hoeveel kinderen heeft de hr. Derks
A
2
B
3
C
1
D
4
Slide 18 - Quizvraag
Waar woont de hr. Derks
A
Bakel
B
Deurne
C
Heerlen
D
Liessel
Slide 19 - Quizvraag
Wat is de grootste hobby van de hr. Derks
A
wielrennen
B
voetbal
C
gamen
D
darten
Slide 20 - Quizvraag
Wat is het favoriete land van de hr. Derks
A
België
B
Duitsland
C
Italië
D
Japan
Slide 21 - Quizvraag
Hoe lang heeft de hr. Derks gewerkt op het SC
A
15 jaar
B
2 jaar
C
10 jaar
D
5 jaar
Slide 22 - Quizvraag
Welk vak gaf de hr. Derks het meest?
A
Nederlands
B
Rekenen
C
PDM
D
Techniek
Slide 23 - Quizvraag
Wat is het favoriete eten van hr. Derks
Slide 24 - Open vraag
Wat geef je aan hr. Derks mee.
