Future Tenses

The future
5 different ways to talk about the future
  • Tijden volgens vast schema
  • Voorspelling ZONDER plan/bewijs
  • Voorspelling MET plan/bewijs
  • Afspraak nabije toekomst
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

The future
5 different ways to talk about the future
  • Tijden volgens vast schema
  • Voorspelling ZONDER plan/bewijs
  • Voorspelling MET plan/bewijs
  • Afspraak nabije toekomst

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorspelling ZONDER bewijs
will + hele ww

Om iets aan te bieden, belofte, aankondiging, besluit 
Voorspellingen ZONDER bewijs

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorspelling ZONDER bewijs
Voorbeelden van will + hele ww

We will help you with the dishes. --> je biedt het aan
I will call Patrick tomorrow. I promise! --> belofte
You know what? I will donate to charity! --> aankondiging/besluit

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorspelling MET bewijs
am/are/is + going to + hele ww

Bijv. If you don't stop now, I am going to scream.

In de toekomst van plan, voorspelling MET bewijs.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorspelling MET bewijs
Voorbeelden van: am/are/is + going to + hele ww

Look at the sky. It is going to rain tonight. --> donkere lucht
I think he is going to kill me --> man met mes voor me

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afspraak nabije toekomst
present continuous = (am/are/is (not) + ww + ing)

Bijv.  I am leaving for London tonight.

Afspraken waarvan de tijd en/of plaats al vast staat.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afspraak nabije toekomst
Voorbeelden: present continuous (=am/are/is (not) + ww + ing)

I am meeting my brother at five o'clock. --> tijd staat vast
We are seeing a new film tomorrow. --> gepland

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vast schema
present simple (he/she/it ww+s)

Treintijden, openingstijden, lesrooster etc.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vast schema
Voorbeelden: present simple (he/she/it ww+s)


The train departs at a quarter past five. --> schema
Spring break doesn't start next week. --> feit

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Future tenses
Present Simple 
Habits & routines
he/she/it + ww + s
Present Continuous
Plans, you know exactly what's going to happen
am/is/are + ww+-ing
To be going to 
Plans, you have an idea of what's going to happen & 
Predictions based on evidence
am/is/are + going to + ww
Will/shall
(won't)
Forming a plan &
Predictions based on an opinion
Shall       I & we

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

When do you use

Present Simple?
A
iets gaat gebeuren en is gepland
B
belofte, voorspelling, spontaan besluit
C
plan, voorspelling met bewijs
D
volgens bepaald schema

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

When do you use

Present Continuous?
A
iets gaat gebeuren en is gepland
B
belofte, voorspelling, spontaan besluit
C
plan, voorspelling met bewijs
D
volgens bepaald schema

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

When do you use

to be going to?
A
iets gaat gebeuren en is gepland
B
belofte, voorspelling, spontaan besluit
C
plan, voorspelling met bewijs
D
volgens bepaald schema

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

When do you use

will / shall?
A
iets gaat gebeuren en is gepland
B
belofte, voorspelling, spontaan besluit
C
plan, voorspelling met bewijs
D
volgens bepaald schema

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

I ... (make) you a cup of tea.

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

You ... (understand) this today.

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

She ... (go) to handball practice on Thursdays.
A
will go
B
goes

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

I ... (play) football at the footballclub tonight.
A
play
B
am playing
C
am going to play
D
will play

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

I ... (go) to a concert at Paradiso this Wednesday.
A
am going
B
go
C
will go
D
am going to go

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

We ... (have) dinner at half past five tonight.
A
have
B
has
C
will have
D
are going to have

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

The museum ... (close) at half past five.
A
close
B
closes
C
will close
D
is going to close

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

The shops ... (open) at half past eight.
A
open
B
opens
C
will open
D
is going to open

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Julie ... (meet) Jacky at ten o'clock tonight.
A
meets
B
meeting
C
is meeting
D
is going to meet

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

The bus ... (leave) at half past two.
A
leave
B
leaves
C
is going to leave
D
will leave

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

  • voorspelling
  • geen bewijs
  • spontaan
  • voorspelling
  • bewijs
  • afspraak
  • vast gepland
  • voorbereid
  • vast schema
  • rooster
will + ww
to be + going to + ww
to be + ww
present simple

Slide 25 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

My soccer practice starts at 11.00 every Sunday.
A
voorspelling/spontaan
B
voorspelling met bewijs
C
gepland
D
vast schema

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

We are going on holiday this weekend.
A
voorspelling/spontaan
B
voorspelling met bewijs
C
gepland
D
vast schema

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Look at those clouds! It is going to rain soon!
A
voorspelling/spontaan
B
voorspelling met bewijs
C
gepland
D
vast schema

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

You know what, I think I will go to McDonalds now.
A
voorspelling/spontaan
B
voorspelling met bewijs
C
gepland
D
vast schema

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In the future, people .... to space all the time.
(travel)
A
will travel
B
are going to travel
C
are travelling
D
travel

Slide 30 - Quizvraag

will: onzeker
My train always ... from platform 6 at six o'clock.
(to leave)
A
will leave
B
is going to leave
C
is leaving
D
leaves

Slide 31 - Quizvraag

vast schema
I ..... for new clothes with my friend tomorrow.
(shop)
A
will shop
B
am going to shop
C
am shopping
D
shop

Slide 32 - Quizvraag

van plan
I ..... a party this Saturday, I have invited all my friends.
(give)
A
will give
B
am going to give
C
am giving
D
give

Slide 33 - Quizvraag

gepland
Look at the sky! It ..... in a few minutes.
(rain)
A
will rain
B
is going to rain
C
is raining
D
rains

Slide 34 - Quizvraag

voorspelling met bewijs
I have my ticket! We ..... to Paris next week.
(go)
A
will go
B
are going to go
C
are going
D
go

Slide 35 - Quizvraag

gepland
What ..... on the trip tomorrow?
(take)
A
will you take
B
are you going to take
C
are you taking
D
do you take

Slide 36 - Quizvraag

gepland, voorbereid
The first hour at Reggesteyn ..... at 8.00. (begin)
A
will begin
B
is going to begin
C
is beginning
D
begins

Slide 37 - Quizvraag

vast rooster
There is someone at the door. I ..... the door.
(open)
A
will open
B
am going to open
C
am opening
D
open

Slide 38 - Quizvraag

spontaan
I think I ..... a new one today, my old one just broke.
(buy)
A
will buy
B
am going to buy
C
am buying
D
buy

Slide 39 - Quizvraag

spontaan
She looks like she .... down, catch her!
(fall)
A
will fall
B
is going to fall
C
is falling
D
falls

Slide 40 - Quizvraag

voorspelling met bewijs
The schoolweek .... on Friday.
(end)
A
will end
B
is going to end
C
is ending
D
ends

Slide 41 - Quizvraag

vast rooster
Future tenses
you can practice this some more

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

I can use the different forms of the future tense correctly
😒🙁😐🙂😃

Slide 43 - Poll

Deze slide heeft geen instructies