2.2: Fascisme en communisme (2)

2.2: Fascisme en communisme (2)
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

2.2: Fascisme en communisme (2)

Slide 1 - Tekstslide

Deze les:
  • Bespreken huiswerk
  • Afsluiting: Mussolini
  • Bespreken begrip: Fascisme
  • vervolg paragraaf 2.2: De Sovjet- Unie
  • Aan de slag met het maken van de paragraaftoets 

Slide 2 - Tekstslide

Aan het einde van deze les:
... heb je laten zien dat je weet wie Mussolini was
... heb je laten zien dat je weet hoe Mussolini van Italië een totalitaire dictatuur maakte.
... heb je laten zien dat je de ideologie van het fascisme kunt beschrijven.
... heb je geleerd wie Stalin was.
... heb je geleerd hoe Stalin van de Sovjet- Unie een totalitaire dictatuur maakte.
... kun je in je eigen woorden uitleggen wat de begrippen: planeconomie en stalinisme betekenen.

Slide 3 - Tekstslide

Bespreken huiswerk:
  • Lees het artikel (link in de bijlage en in LessonUp)
  • Beschrijf oorzaken voor het aan de macht kunnen komen van Mussolini.
  • Beschrijf wat Mussolini wilde bereiken.
  • Leg uit of dat gelukt is.
  • Beschrijf hoe er een einde aan de dictatuur van Mussolini kwam.
  • Leg in je eigen woorden uit wat de begrippen fascisme en totalitair betekenen. 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Fascisme:

Slide 6 - Woordweb

Italië
Fascisme: antidemocratische, gewelddadige, extreem nationalistische en totalitaire politieke beweging.

Mussolini

Slide 7 - Tekstslide

De Sovjet- Unie

Slide 8 - Woordweb

De Sovjet- Unie:
  • Na de burgeroorlog: meer vrijheden voor bedrijven en boeren.
  • honger verdwenen.
  • ontstaat wat welvaart. 
  • Lenin overlijdt in 1924.
  • Opvolger: Josef Stalin

Slide 9 - Tekstslide

De Sovjet- Unie:
Stalin wil:
  • industrialisatie versnellen.
  • 1928: Eerste vijfjarenplan, overheid bepaalt precies wat er moet worden geproduceerd.
  • Doel van deze planeconomie, van de Sovjet-Unie een sterke industriële mogendheid maken.

Slide 10 - Tekstslide

De Sovjet- Unie:
planeconomie van Stalin werkt:
  • overal industrie complexen
  • mijnen
  • spoorlijnen
  • kanalen
  • miljoenen boeren worden industrie arbeider

Slide 11 - Tekstslide

De Sovjet- Unie:
planeconomie van Stalin voor de boeren:
  • boeren moeten land afstaan en gaan samenwerken in kolchozen: collectieve boerderijen waarin alles samen wordt gedaan.
  • voedsel produceren met nieuwe werktuigen om de snelgroeiende stadsbevolking te voeden.

Slide 12 - Tekstslide

De Sovjet- Unie:
Boeren zijn tegen->
  • opstanden
  • vee slachtten, graan verstoppen om te voorkomen dat het werd afgepakt.
  • Stalin geeft rijke boeren de schuld, Koelakken (uitbuiters)

Slide 13 - Tekstslide

De Sovjet- Unie:
Stalin vs de Boeren:
  • koelakken liquideren
  • miljoenen boeren vermoord of gedeporteerd
  • grote gebieden in Oekraïne uitgehongerd, om het verzet te breken, miljoenen doden.

Slide 14 - Tekstslide

Dictatuur in de Sovjet- Unie:
  • Sovjet-Unie onder Stalin een totalitaire dictatuur.
  • tegenstanders gedeporteerd naar Siberië
  • met terreur beheerste de communistische partij het denken en doen van de bevolking die uit angst gehoorzaam was. 

Slide 15 - Tekstslide

Dictatuur in de Sovjet- Unie:
  • Ook binnen de partij terreur: honderdduizenden partijleden tussen 1936-1938 door de geheime dienst gearresteerd, gemarteld en daarna vermoord of gedeporteerd
  • beschuldigd van werken voor buitenlandse geheime diensten.

Slide 16 - Tekstslide

Dictatuur in de Sovjet- Unie:
  • woon- en werkomstandigheden van gewone arbeiders en boeren slecht.
  • SU wordt in staatspropaganda voorgesteld als een land waarin gelukkige arbeiders en boeren in overvloed leefden. 

Slide 17 - Tekstslide

Dictatuur in de Sovjet- Unie:
  • Verheerlijking van Stalin.
  • propaganda en indoctrinatie: 'vadertje Stalin' zorgt voor ons, ellende is de schuld van anderen.
  •  Stalinisme: communisme onder stalin met extreme onderdrukking en extreme persoonsverheerlijking.

Slide 18 - Tekstslide

Aan de slag:
  • Lees de theorie van paragraaf 2.2 in het ebook (blz. 31 t/m 33)
  • Werk de leerdoelen, personen en begrippen van de paragraaf uit in je leerdoelen document.
  • Maak de paragraaftoets, op papier alsof het een echte toets is.

Slide 19 - Tekstslide