Leesvaardigheid 6V / 5H

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 6

Doelen van deze les:

1. De tekst opdelen in eenheden en de functie van deze eenheden benoemen.
2. Het doel van de schrijver aan geven.
3. conclusies trekken over intenties, opvattingen en gevoelens van de schrijver.
4. mengvormen van teksten onderscheiden.
5. impliciete relaties tussen tekstdelen aangeven.
6. argumentatiestructuren herkennen.
   

Mengvorm tekst bepalen:

• Stel het hoofddoel vast (en daarmee de tekstsoort)
• Vraag je af: 'Wat wil de schrijver bij de lezer bereiken?'
• vermaken
• iets uitleggen
• over iets laten nadenken
• zijn eigen mening laten over nemen
• aanzetten om iets te gaan doen.
  

Kijk naar de hoofdgedachte van de tekst.

Hoofdgedachte , tekstdoel en tekstsoort staan met elkaar in verband. 

Welke middelen gebruikt de schrijver om de hoofdgedachte te ondersteunen of toe te lichten?

Zoek op en noteer:

Op welke pagina van je NN boek vind je de volgende onderdelen?

• Functiewoorden
• Schrijfdoelen
• Argumentatiestructuren
• mengvormen van teksten.
  

Examentekst 2018-I

Kijk naar de vragen van tekst 1.

• Welke informatie heb je nodig om vraag 5 te beantwoorden?
• Vraag 7?
• Vraag 4?
• Vraag 1?
  

Kijk naar de vragen van tekst 1. 

Welke informatie heb je nodig om vraag 7 te beantwoorden?

vraag 9

vraag 4

vraag 10

Nu samen maken :

vraag 1 / 5 / 7 / 4

Pak je boek er bij!

nu samen maken

vraag 1 / 4 / 9 / 7 / 10

boek er bij!

vragen nakijken + afmaken.