S10 - Tekstopbouw: enkele begrippen

S10 - Tekstopbouw
Enkele begrippen
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

S10 - Tekstopbouw
Enkele begrippen

Slide 1 - Tekstslide

Tekstopbouw

Slide 2 - Tekstslide

Tekstopbouw

Slide 3 - Tekstslide

Doelen
  1. Je kent de volgende begrippen: onderwerp, hoofdgedachte, hoofdpunt, titel, tussentitel, alinea.
  2. Je kunt de betekenis van die begrippen uitleggen.
  3. Je kunt de begrippen toepassen in oefeningen.
  4. Je kunt onderzoeken hoe de schrijver van een zakelijke tekst gebruikmaakt van onderwerp, hoofdgedachte, hoofdpunt, titel, tussentitel, alinea.

Slide 4 - Tekstslide

‘Alles staat of valt met hoe we ons verhouden tot dieren’
Opdracht: 
Lees de tekst (zie Word-document in de planner).
Zo dadelijk krijg je per twee één vraag om te checken of je de leerstof goed bestudeerd en begrepen hebt!

Slide 5 - Tekstslide

Vraag 1
Wat is het onderwerp/de hoofdgedachte van de tekst?
Waar vind je dit in de tekst?

Slide 6 - Tekstslide

Vraag 2
Wat betekent diagonaal lezen?
Wat heeft dat te maken met de globale inhoud van een tekst?

Slide 7 - Tekstslide

Vraag 3
Wat is het eerste en laatste woord van de inleiding?

Slide 8 - Tekstslide

Vraag 4
Wat is het eerste en laatste woord van het slot?

Slide 9 - Tekstslide

Vraag 5
Het midden van de tekst bevat heel wat hoofdpunten die weergegeven worden in alinea's. Hoeveel alinea's zijn er?

Slide 10 - Tekstslide

Vraag 6
Op welke manier wordt het onderscheid tussen de alinea's weergegeven in deze tekst?

Slide 11 - Tekstslide

Vraag 7
Hoeveel tussentitels staan er in de tekst?

Slide 12 - Tekstslide

Vraag 8
Waarom worden die tussentitels gebruikt in de tekst?

Slide 13 - Tekstslide

Vraag 9
Waar staat de bron van de tekst?

Slide 14 - Tekstslide

Vraag 10
Wat is het tekstdoel? Wat is de tekstsoort? Wat is het teksttype?

Slide 15 - Tekstslide