• Je maakt kennis met woorden die gaan over eten en drinken.
• Je kunt de regels voor de uitgangen van ein- en kein- toepassen.
• Je kunt de bezittelijke voornaamwoorden in het Duits gebruiken.
• Je kunt vragen over een tekst beantwoorden en leert daarnaast iets over achternamen en over rechten van ouders.