Quiz H2 Nederland in beweging

Quiz H2 Nederland in beweging
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Quiz H2 Nederland in beweging

Slide 1 - Tekstslide

Wat is geboorteoverschot?
A
Er worden meer mensen geboren als dat er doodgaan.
B
Er worden minder mensen geboren als dat er doodgaan.
C
Er vestigen zich meer mensen dan dat er vertrekken
D
Er vertrekken meer mensen dan dat er zich vestigen

Slide 2 - Quizvraag

Wat is vergrijzing?
A
De mensen krijgen steeds sneller grijs haar.
B
Mensen verven hun haar steeds meer grijs.
C
De groep mensen boven de 65 jaar wordt steeds groter.
D
De groep mensen boeven de 50 jaar wordt steeds groter.

Slide 3 - Quizvraag

Wat betekent immigratie?
A
Dan verhuis je naar het buitenland.
B
Mensen komen zich in Nederland vestigen.
C
Dan verhuis je naar Friesland
D
Dan verhuis je van platteland naar de stad

Slide 4 - Quizvraag

Deze uitspraak: "In mijn land werd het te gevaarlijk, omdat mijn vader tegen de regering was. In de nacht zijn we stiekem de grens over gestoken.
A
Migrant voormalige kolonie
B
Seizoensmigrant
C
Vluchteling
D
Arbeidsmigrant

Slide 5 - Quizvraag

Randstad
Platteland
Krimpregio
Groeiregio
Dunbevolkt
Oost-Groningen
Flevoland
Dichtbevolkt

Slide 6 - Sleepvraag

Deze uitspraak: Ik woon sinds 1965 in Nederland, hier was meer werk dan in Italië Ik heb een Nederlandse vrouw ontmoet.
A
Asielzoeker
B
Arbeidsmigrant.
C
Migrant voormalige kolonie.
D
Vluchteling.

Slide 7 - Quizvraag

Welke zin is juist?
A
Iedere immigrant is ook een emigrant.
B
Immigratie en emigratie spelen pas de laatste tien jaar een grote rol in Nederland.
C
De meeste gastarbeiders komen uit voormalige koloniën.
D
Voor vluchtelingen is werk een vertrekreden om naar Nederland te komen.

Slide 8 - Quizvraag

Uit welke vier grote steden bestaat de Randstad?
A
Groningen, Utrecht, Emmen en Rotterdam
B
Groningen, Amsterdam, Rotterdam en Utrecht
C
Den Haag, Rotterdam, Amsterdam en Utrecht
D
Amsterdam, Utrecht, Eindhoven en Alkmaar

Slide 9 - Quizvraag

In welk jaar werd Suriname onafhankelijk?
A
1975
B
1976
C
1980
D
1985

Slide 10 - Quizvraag

Waaruit bestaat cultuur?
A
Godsdienst, werk en taal
B
Godsdienst, taal en klimaat
C
Taal, klimaat en inkomen
D
Godsdienst, taal en gewoontes

Slide 11 - Quizvraag

Deze uitspraak: "Ik kom uit Syrië, maar vanwege de oorlog kan ik daar niet meer wonen. Ik hoop dat ik in Nederland mag blijven.
A
Asielzoeker
B
Arbeidsmigrant.
C
Migrant voormalige kolonie.
D
Seizoensmigrant

Slide 12 - Quizvraag

Leefbaarheid
Ontgroening
Dekolonisatie
Bevolkingsdichtheid
Minder jongeren in de samenleving
Onafhankelijk worden van koloniën
Het aantal mensen per vierkante kilometer
De mate waarin een wijk geschikt is om in te wonen

Slide 13 - Sleepvraag

Wat is geen oorzaak van het lage geboortecijfer in Nederland?
A
De beschikbaarheid van voorbehoedsmiddelen
B
Vrouwen kiezen eerst voor een carrière
C
Geen druk meer van familie en kerk om kinderen te krijgen
D
Seks is verboden

Slide 14 - Quizvraag

Deze uitspraak: "Mijn vader is opgegroeid in Indonesië. Vorig jaar zijn we daar op school geweest en liet hij zijn oude school zien.
A
Asielzoeker
B
Arbeidsmigrant.
C
Migrant voormalige kolonien.
D
Seizoensmigrant

Slide 15 - Quizvraag