Doel: Je leert wat uitdrukkingen zijn en in welke varianten ze voorkomen.
Slide 4 - Tekstslide
Zoeken naar spreekwoorden
Werk samen met je buur (die naast je zit!).
Bekijk het schilderij van Pieter Bruegel (zie ook p. 51 van je boek).
Schrijf zoveel mogelijk spreekwoorden op.
Jullie krijgen 5-10 minuten de tijd.
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Spreekwoorden
Een spreekwoord is een korte uitspraak die een bepaalde wijsheid uitdrukt en gebruikt wordt als een soort samenvatting van een situatie waarin raad of advies nodig lijkt.
Veel spreekwoorden zijn nauw verbonden met de Nederlandse geschiedenis. Vaak zijn ze ontleend aan de zeevaart, handel en nijverheid of het boerenbedrijf. Ook zijn veel uitdrukkingen afkomstig uit de Bijbel.
Slide 7 - Tekstslide
Opdrachten maken
Maak opdracht 3 en 4 op pagina 52 van je boek.
Je mag je laptop gebruiken om dingen op te zoeken.
Je krijgt hier 10-15 minuten de tijd voor.
Je mag zachtjes overleggen met je buur.
Klaar? Ga nog even in je leesboek lezen.
Slide 8 - Tekstslide
Opdracht 3 nakijken
Nederland kent een lange geschiedenis van handel op zee, denk aan de VOC en WIC. Daarnaast zorgde de ligging aan de kust en de vele rivieren voor een bloeiende scheepvaart.
Slide 9 - Tekstslide
Opdracht 4 nakijken
a zij hebben veel geld te besteden
b je komt niet vooruit, je krijgt er nog een groter probleem voor in de plaats
c hij weet er niets van
d elkaar hinderen
e er waren concurrenten
f als het goed gaat, gaat het op alle vlakken goed
Slide 10 - Tekstslide
Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: maandag 4 maart
Huiswerk: leren p. 46-47 en 50-51 (let op: zegswijze en gezegde NIET)
Meenemen: LAPTOP, boek, leesboek, schrift en pen
Programma: taalverzorging 6
Maandag 11 maart: repetitie Taalverzorging 4, 5 en 6