Rekenen met procenten

REKENEN MET PROCENTEN
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

REKENEN MET PROCENTEN

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kan een percentage van een getal uitrekenen
  • Je kan een gedeelte van een totaal in procenten uitrekenen
  • Je kan een verschil in procenten uitrekenen
  • Je kan rekenen met procenten, wanneer het totaal (100%) niet bekend is.

Slide 2 - Tekstslide

Wat weten jullie al over het rekenen met procenten?

Slide 3 - Woordweb

Je kan een percentage van een getal uitrekenen

Als je het percentage van een aantal wilt weten heb je 2 formules:
1.  Aantal : 100 x percentage
2.  Kommagetal x aantal


Slide 4 - Tekstslide

Je kan een percentage van een getal uitrekenen

Bijvoorbeeld: 78% van de 28 leerlingen heeft zijn/haar huiswerk gemaakt. Hoeveel leerlingen hebben zijn/haar huiswerk gemaakt? (rond af)
1.  28 / 100 x 78 = 22 leerlingen
2.  0,78 x 28 = 22 leerlingen

Slide 5 - Tekstslide

In 2020 zijn er in Nederland 1,8 miljoen bedrijven. Tijdens de economische crisis gaat 15% failliet. Hoeveel bedrijven gaan er failliet?
A
270.000
B
12.000
C
120.000
D
27.000

Slide 6 - Quizvraag

Je kan een gedeelte van een totaal in procenten uitrekenen

Als je wilt weten hoeveel iets van een totaal is. Je hebt nu geen percentage, want die ga je berekenen.

Formule:
 Gevraagde aantal / geheel x 100%

Slide 7 - Tekstslide

Je kan een gedeelte van een totaal in procenten uitrekenen

Bijvoorbeeld: Je inkomen is €60,- en daarvan geef je €14,- uit. Hoeveel procent geef je uit?
Je stelt je zelf de vraag: 1. Welk aantal vragen ze je? €14,-
                                                    2. Welk getal is het geheel? €60,-
  €14 / €60 x 100% = 23,3%

Slide 8 - Tekstslide

In 2019 waren er op het TCC waren er 582 examenkandidaten. 568 examenkandidaten zijn geslaagd. Hoeveel procent is geslaagd?
A
102,5%
B
2,4%
C
97,6%
D
87,4%

Slide 9 - Quizvraag

Je kan een verschil in procenten uitrekenen

Als je een procentuele stijging of daling wilt bereken gebruik je de formule: 
 

Slide 10 - Tekstslide

Je kan een verschil in procenten uitrekenen

Bijvoorbeeld: Leerlingen hadden voor het eerste proefwerk gemiddeld een 6,5 en voor het tweede proefwerk hadden ze gemiddeld een 7,3. Hoeveel procent is het gemiddelde cijfer gestegen?


Slide 11 - Tekstslide

In januari 2019 waren er 321.000 mensen werkloos. In januari 2020 waren er 310.000 mensen werkloos. Hoeveel procent is de werkloosheid afgenomen?
A
3,5%
B
3,4%
C
210%
D
2,7%

Slide 12 - Quizvraag

Je kan rekenen met procenten, wanneer het totaal (100%) niet bekend is.



Het kan zijn dat de 100% niet bekend is. In dat geval ga je kijken welk getal met bijbehorend percentage je wel weet. Dit zet je in een verhoudingstabel.

Slide 13 - Tekstslide

Je kan rekenen met procenten, wanneer het totaal (100%) niet bekend is.

Bijvoorbeeld: De verkoopprijs inclusief 21% BTW van een iPad is €520,-. Hoeveel is de verkoopprijs exclusief de BTW?

In dit geval weet je niet de 100%. Want de verkoopprijs inclusief de 21% BTW is dus in totaal 121%. Met een verhoudingstabel kun je dit uitrekenen.

Slide 14 - Tekstslide

Je typt dus in op je rekenmachine: 520:121x100 = €429,75

Slide 15 - Tekstslide

Op de locatie Potskampstraat werken 70 vrouwen. Dat is 40% van het personeel. Hoeveel mensen werken er op de locatie Postkampstraat?
A
86
B
28
C
168
D
175

Slide 16 - Quizvraag

Een gedeelte van een totaal in procenten uitrekenen
Wanneer het totaal (100%) niet bekend is
Een percentage van een getal uitrekenen
Een verschil in procenten uitrekenen
Aantal : 100 x percentage
Kommagetal x aantal
Gevraagde aantal / geheel
x 100% 
(Nieuw-oud) / oud x 100%
Met een verhoudingstabel

Slide 17 - Sleepvraag