hoofdstuk 5

hoofdstuk 5
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

hoofdstuk 5

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken volledige mededinging/volkomen concurrentie
  • veel aanbieders
  • veel vragers
  • homogeen goed
  • transparante markt
  • geen invloed op de marktprijs
  • vrije toetreding

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Economische machtsvorming 
Monopolie 
 Monopolistische concurrentie en oligopolie

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Concurrentie verminderen
- marketing > product wordt hetrogeen
- uitschakelen concurrentie > octrooi/patent
-samenwerking > kartel
-fuseren

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4 P'S

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Octrooi
Een octrooi (patent) is een wettelijk alleenrecht om gedurende een bepaalde tijd een product te maken.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Een kartel is een groep
     bedrijven die samen
     afspraken hebben om
     de concurrentie te
     verminderen.
  • Dit is verboden!
Kartel *

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 samenwerkingen of samengaan
  • Franchising en Systeemlicentie > gebruiken handelsnaam 
  • joint venture > gezamenlijk nieuw bedrijf
  • Consortium > tijdelijke samenwerking
  • Fusies en overnames > bedrijven worden 1

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Monopolie

  • Enige verkoper van een product of dienst
  • Eén aanbieder en veel vragers
  • Wil andere bedrijven buiten de deur houden   (anders geen Monopolie) 
  • Marktmacht is groot

Slide 9 - Tekstslide

Bij Monopolie is  dus helemaal geen concurrentie
Monopolie:

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Monopolie:

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

geen optimale allocatie

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat is prijsdiscriminatie?
  • Hetzelfde product aanbieden tegen verschillende prijzen

Hoe?
  • Aan verschillende klantgroepen

Wat gebeurd er met het surplus?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitgangspunten bij prijsdiscriminatie:

  • product / dienst kan niet worden doorverkocht aan mensen uit een andere vragersgroep 
  • kosten zijn hetzelfde met en zonder prijsdiscriminatie 
  • door prijsdiscriminatie creeert het bedrijf als het ware een extra deelmarkt. Op beide deelmarkten geldt: MO = MK 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Monopolistische concurrentie
Veel aanbieders
Heterogeen product
Transparantie is laag

Bijvoorbeeld:
Designwinkels
Kledingspeciaalzaken
Dierenspeciaalzaak

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oligopolie
  • Twee of enkele aanbieders van een product.
  • veel vragers
  • Moeilijke toetreding tot de markt.
  • Heterogeen of homogeen oligopolie.
  • kans op kartelvorming ( prijsafspraak)

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oligopolie
Homogeen oligopolie
  • Klanten letten op prijs
  • Benzine, elektriciteit, internet

Heterogeen oligopolie
  • Concurreren op product, service
  • Telefoon(toestel), auto's, banken

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Marktvormen

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samen maken
5.17

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In de les maken
5.16/5.17f/5.18

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies