In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Les 15 'Gevaarlijke stoffen deel 2'
Slide 1 - Tekstslide
Vorige week:
Soorten gevaren;
Concentratie;
TGG8/TGG15;
Borden.
Deze week:
Stukje herhaling;
Etiketten
Gevarendiamant
Preventiemaatregelen om vergiftiging te voorkomen
Slide 2 - Tekstslide
De giftigheid van een stof bepaalt hoe ziek je wordt.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 3 - Quizvraag
Hoe kun je de stof binnen krijgen?
Landbouwgif op groente.
A
Inademen
B
Inslikken
C
Huid
D
Ogen
Slide 4 - Quizvraag
Knelgevaar is een risico bij gevaarlijke stoffen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quizvraag
Hoe kun je de stof binnen krijgen?
Slecht afgestelde geiser.
A
Inademen
B
Inslikken
C
Huid
D
Ogen
Slide 6 - Quizvraag
TGG8 is een type grenswaarde.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quizvraag
Goede ventilatie kan ervoor zorgen dat de grenswaarde van een gevaarlijke stof niet overtreden wordt.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quizvraag
Zet de stappen in de juiste volgorde (wat doe je eerst, etc.)
De werkplek schoon achterlaten.
De juiste PBM's gebruiken.
Metingen laten uitvoeren.
Weten welke gevaren de stof heeft.
Slide 9 - Sleepvraag
Het etiket
Elke gevaarlijke stof moet op een juiste manier voorzien zijn van een etiket (label);
Hiervoor zijn Europese richtlijnen;
Daarop moet staan: naam van het product, gevarenpictogram en de gegevens van de leverancier.
Daarnaast staan er H- en P-zinnen op;
H-zin: beschrijft risico en gevaar (hazard)
P-zin: beschrijft preventiemaatregelen en hoe je er veilig mee omgaat (precaution).
Slide 10 - Tekstslide
Voorbeeldetiket van Ethanol
Naam stof: Ethanol
Gevaar: ontvlambaar
Leverancier: KHLim
H-zin: beschrijft het gevaar of risico.
P-zin: beschrijft de preventiemaatregelen die je moet nemen.
Zo heeft elke gevaarlijke stof een eigen etiket.
Slide 11 - Tekstslide
Gevarendiamant
etiket voor tanks en vaten;
wordt vooral gebruikt in de chemische industrie;
Je kunt direct zien hoe brandgevaarlijk de stof is (rood), wat het gevaar voor de gezondheid is (blauw), hoe de stof reageert (geel) en andere bijzonderheden (wit).
Slide 12 - Tekstslide
Uitgebreide uitleg
Slide 13 - Tekstslide
Als het witte vak op een gevarendiamant leeg is, betekent dit dat de stof met water geblust kan worden.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quizvraag
Op een etiket van een gevaarlijke stoffen staan P- en H-zinnen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 15 - Quizvraag
De P-zinnen staan voor:
A
Risico's
B
Gevaren
C
Preventiemaatregelen
D
Veiligheidsadviezen
Slide 16 - Quizvraag
De H-zinnen staan voor:
A
Risico's
B
Gevaren
C
Preventiemaatregelen
D
Veiligheidsadviezen
Slide 17 - Quizvraag
Gebruik oogbescherming als je met dit product werkt.
Niet aanraken als je zwanger bent of borstvoeding geeft.
Niets eten als je dit product gebruikt.
Resten van dit product niet in riool gieten.
Slide 18 - Sleepvraag
Preventiemaatregelen vergiftigingsgevaar
Bestrijding aan de bron > voorkom blootstelling aan een gevaarlijke stof door 1) de stof niet meer te gebruiken en te vervangen door een veilig alternatief en 2) de gevaarlijke stof op een andere manier te gebruiken, bijvoorbeeld mest niet meer uitsproeien op het veld, maar door het direct in de grond te injecteren.
Ventilatie > schone lucht toevoegen en vuile lucht afzuigen.
Scheiding van mens en bron > rechtstreeks contact voorkomen, bijvoorbeeld door het gebruik van een scheidingswand/zuurkast.
PBM's gebruiken.
Slide 19 - Tekstslide
Vermijd contact met de huid
Was je handen
Niet eten, drinken of roken
Werkkleding uittrekken tijdens de pauze
Persoonlijke hygiëne
Slide 20 - Tekstslide
Wat is het gevaar van een te hoog zuurstofgehalte in de werkomgeving?
A
Brand en explosie
B
Defect van de ademmaskers
C
Verstikking
D
Knelgevaar
Slide 21 - Quizvraag
De neus is een betrouwbare manier om gevaarlijke dampen en gassen te detecteren.