09 06 2022 Bijspijkerles zinsdelen

HV1R
Let op: mobiel in je tas! 
Welkom
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

HV1R
Let op: mobiel in je tas! 
Welkom

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk

1. Je definitieve tekst over je hobby- of sportclub staat nu in Teams / Classnotebook / Oefentoetsen "Definitieve versie"
2. Je hebt je hele portfolio gecheckt (brief, nieuwsbericht en sportclub, met alle versies en feedback)
3. Je hebt de docent het volgende bericht via Teams verstuurd: Mijn portfolio heb ik gecheckt en het is in orde.

Leesboek mee








Slide 3 - Tekstslide

Leerdoel vandaag

Leerdoel: aan het eind van de les heb je zelfstandig gelezen wat je leuk vindt EN woorden geleerd uit het Bargoens en Vlaams

Leerdoel: aan het eind van de les weet je beter hoe je een onderwerp, lijd.vw en meewerkend vw vindt in de zin








Slide 4 - Tekstslide

Taalopdracht
1. https://taalhelden.org/bericht/
bargoens
2.https://taalhelden.org/bericht/
taalverschillen-vlaams-en-nederlands

Welke leuke, nieuwe woorden vind je? Schrijf ze op en zoek de betekenis

Daarna lezen



Grammatica woordsoorten oefenen:

Lennon, Philip, Milan, Tessa, Willem, Liam, Noa


Slide 5 - Tekstslide

Taalopdracht
1. https://taalhelden.org/bericht/
bargoens
2.https://taalhelden.org/bericht/
taalverschillen-vlaams-en-nederlands
Welke leuke, nieuwe woorden vind je? Schrijf ze op en zoek de betekenis op. Schrijf een verhaaltje van 150 woorden

Daarna lezen



Grammatica zinsdelen oefenen:

Lennon, Luitzen, Philip, Milan, Darian, Vera, Soufian Amir, Tessa, Willem, Brent, Liam, Levi, Asiella


Slide 6 - Tekstslide

Zinsdelen
om de structuur (de opbouw) 
van de zin te begrijpen

Slide 7 - Tekstslide

Zinsdelen (pv & wwg)
  • wat is het allerbelangrijkste van een zin? 
  • ...
  • => werkwoord: wat er gedaan wordt = de actie
  • mama een boek gisteren
  • heeft  gekocht / las / leende / verbrandde / heeft ...laten vallen
  • samen: => persoonsvorm => werkwoordelijk gezegde
  • persoonsvorm: verandert zodra je de tijd verandert
  • ww.gezegde: alle ww uit de zin


Slide 8 - Tekstslide

Zinsdelen (ow)
  • wat is daarna het belangrijkste van een zin?
  • ...
  • degene die die actie (het werkwoord) doet => het onderwerp
  • ...blaft /.... ging zitten / .... bleef kletsen /.... was aan het bakken
  • Piet ging fietsen. Hans verkocht. 


Slide 9 - Tekstslide

Zinsdelen (lijd.vw)
  • Hans verkocht. 
  • WAT verkocht Hans?
  • iets roepen / iets bakken / iemand bellen / iemand slaan => iets/iemand die de handeling ondergaat / die er niks aan kan doen dat het onderwerp dat doet
  • De dierenarts opereert de hond
  • Ik koop ..../ Jij verkoopt .... / Hij bouwt .....
  • Hij geeft een boek

Slide 10 - Tekstslide

Zinsdelen (meew.vw)
  • Hij geeft een boek. 
  • AAN WIE geeft hij een boek?
  • aan iemand iets geven / vertellen / overhandigen / zeggen / verkopen => de luisteraar / ontvanger = meewerkend voorwerp
  • Ik geef .... een fiets / Hij vertelt .... een mop / Wij schrijven ......een brief 

Slide 11 - Tekstslide

 pv, wg, ow, lvw en mw vw
  1.  Ik zie een paard.
  2. Jij fietst heel hard.
  3. Morgen ga ik voor jou taarten bakken.
  4. Geeft Harry Potter hem een doosje dode muizen?
  5. In het bos lopen tegenwoordig wolven rond. 
  6. Ik vertel mijn vrienden een geheim. 
  7. Jij hebt het lijdend voorwerp nu goed geleerd.

Slide 12 - Tekstslide

Wat heb je bereikt? 

Slide 13 - Tekstslide