In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
MEDIA
Slide 1 - Tekstslide
Welke media ken jij?
Slide 2 - Woordweb
Wat is media?
Je gebruikt op een dag veel verschillende media
Een foto op facebook plaatsen bijvoorbeeld, of iets op internet opzoeken
Iemand bellen, de krant lezen of een serie kijken op tv vallen ook onder media
Zo verstuur en ontvang je informatie
Slide 3 - Tekstslide
Social Media
Sociale media zijn media waarmee je online met mensen contact hebt
Via sociale media kan informatie heel snel en naar heel veel mensen worden verspreid
Dit noemen we ook wel 'viral' gaan, dan zien heel veel mensen in korte tijd hetzelfde bericht
Slide 4 - Tekstslide
Welke social media ken jij?
Slide 5 - Woordweb
Slide 6 - Video
Invloed van de media
Wat je in de media leest of ziet, kan invloed hebben op hoe je ergens over denkt
Je kunt in het journaal bijvoorbeeld beelden zien van rellen in Duitsland, waardoor je kunt denken dat het gevaarlijk is om naar Duitsland te gaan
Slide 7 - Tekstslide
De media geeft soms een ander beeld weer dan de werkelijkheid
Op tv of in tijdschriften zie je bijvoorbeeld veel meer mooie en dunne mensen dan op straat. Hierdoor kun je gaan denken dat iedereen er zo uit hoort te zien
Slide 8 - Tekstslide
Stelling: Ik leer meer van wat ik op internet zie dan van de lessen op school
Eens
Oneens
Slide 9 - Poll
Wat is de kleur van het jurkje?
Zwart & Blauw of Wit & Goud?
Dit jurkje ging 'viral'
Soms is de werkelijkheid anders dan wat je ziet op beeld
Slide 10 - Tekstslide
Stelling: In de media worden gebeurtenissen vaak overdreven
Waar
Niet waar
Slide 11 - Poll
Hype
Een onderwerp kan in de media in een korte tijd ineens heel veel aandacht krijgen
Bijvoorbeeld doordat iedereen het deelt of het er over heeft
Het onderwerp lijkt dan ineens heel belangrijk. Dit noemen we ook wel een 'hype'
Een voorbeeld van een hype is de ice bucket challenge, waarbij mensen werden uitgedaagd om binnen 24 uur een emmer ijswater over hun hoofd te gieten