Paragraaf 3: Geluidssterkte

Hoofdstuk 8: Geluid
2KT
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 8: Geluid
2KT

Slide 1 - Tekstslide

Paragraaf 3: Geluidssterkte

Slide 2 - Tekstslide

Waar gaan we het over hebben?

  • Wat is de amplitude van een trilling?
  • Hoe meet je geluidssterkte?

Slide 3 - Tekstslide

Lees blz 127 t/m 129 van je tekstboek

Klaar? Begin vast aan de opdrachten in je werkboek

Slide 4 - Tekstslide

Geluidssterkte
Hoe hoger de amplitude, hoe harder het geluid

Slide 5 - Tekstslide

Geluidssterkte meten
Geluidssterkte meet je in decibel (dB)

Verschil tussen dB en dB(A)

Slide 6 - Tekstslide

Gehoordrempel en pijngrens

Slide 7 - Tekstslide

Aan de slag!
Maken opg 30 t/m 38 op blz 149 t/m 151 van je werkboek

Klaar? Maak ook de plusstof

Slide 8 - Tekstslide

Antwoorden

Slide 9 - Tekstslide

30. C
31. B
32. A

33. a. hard
       b. decibel (dB)
       c. geluidssterkte (...) net kan
            horen
       d. geluidssterkte (...) pijn doet aan
            je oren
34. a. Dat er bij de meting rekening is
            gehouden met het menselijk
            gehoor.
        b. Met een decibelmeter
        c. Dan is er wel geluid, maar is dit
            zo zacht dat je het niet kan
            horen.

35. a. Nee, de toon blijft even hoog
            dus de frequentie blijft gelijk.
        b. Ja, die wordt steeds groter.

Slide 10 - Tekstslide

36. a. Stukje A
       b. Stukje C
       c. Stukje A, dat geluid is het
            hardst.

37. a. De amplitude wordt steeds
           kleiner.
       b. Er staan steeds evenveel
            trillingen in beeld, dus de 
            frequentie blijft hetzelfde.
38. a. kleiner
        b. groter
        c. kleiner

Slide 11 - Tekstslide